fractie op dit moment nadrukkelijk tot de Groene Gemeente rekent die gemeenten die hebben
aangegeven op te willen gaan in de Groene Gemeente en samen verder willen gaan. Dat zijn
Alphen en Riel, Chaam en Nieuw-Ginneken. De rol van Baarle-Nassau in het geheel is door die
gemeente zelf te bepalen. Voorlopig strijdt men daar voor absolute zelfstandigheid, hetgeen door
zijn fractie wordt gerespecteerd. Nu moeten we echter verder met onze aktie. Onze sterke
argumenten moeten opnieuw bij de juiste personen onder de aandacht gebracht worden. Hij is het
eens met de voorzitter dat de herindeling van gemeenten weer bovengeschikt wordt aan de
gewestelijke indeling. Voorts wijst hij er nog op dat, met betrekking tot de regiovisie rond Breda,
het idee van een supergroot tuindorp tussen Bavel en Dorst langzaam lijkt te vervagen. Juist dat
tuindorp was de reden om Bavel bij Breda in te lijven. Ook dat gegeven zullen we nadrukkelijk
moeten meenemen in ons verhaal.
De heer ZWIJNENBURG is blij met de uitslag van het referendum. Het heeft hem bijzonder veel
plezier gedaan dat juist die gemeentedelen, die volgens het besluit van G.S. niet tot de Groene
Gemeente zouden gaan behoren, zich er zeer nadrukkelijk voor hebben uitgesproken dat de hele
gemeente Nieuw-Ginneken naar de Groene Gemeente zou moeten gaan. Hij is het eens met een
brief op te stellen door onze jurist. Voorts is hij van mening dat we op moeten passen wat de
argumenten betreft. We zouden ons moeten toespitsen op de door G.S. bij haar besluitvorming
aangedragen argumenten. Die waren uiterst mager en beslist onvoldoende om het eigen initiatief te
ondergraven. Het lijkt hem goed de gegevens van het rapport Frissen te vertalen naar de besluit
vorming van G.S. en de effecten daarvan zichtbaar te maken. Een en ander zou ook een goed
handvat kunnen zijn richting staatssecretaris. Opvallend in het raadsvoorstel vindt hij dat de raad
gevraagd wordt te besluiten om de hele gemeente Nieuw-Ginneken onder te brengen in de nieuw
te vormen Groene Gemeente. Hij is het hier min of meer eens met de heer Geerts, maar is van
mening dat je dat pas goed kunt beoordelen wanneer je de planologische en economisch-bestuur-
lijk rapporten die er liggen nog eens goed tegen het licht houdt en beoordeelt op wat we nu weten.
Ook zijn fractie is voor een krachtig lokaal bestuur en hij ziet dat bij de vorming van die Groene
Gemeente ook inderdaad ontstaan. In hoeverre dat bestuur krachtiger wordt door de toevoeging
van Baarle-Nassau, zou uit de doorrekeningen moeten blijken. Vooralsnog is hij geneigd het
afhaken van een gedeelte van de oorspronkelijke initiatiefnemers te honoreren en niet volop voor
de Grote Groene Gemeente te gaan, maar ons toe te spitsen op de Groene Gemeente.
De VOORZITTER constateert dat eigenlijk iedereen heeft ingestemd met de door het college naar
voren gebrachte mening en zienswijze. Het college is uitgegaan van de vraag om heel Nieuw-
Ginneken toe te voegen aan de Groene Gemeente, en wel omdat het initiatief ook indertijd is
uitgegaan van de Groene Gemeente. Niettemin hebben we altijd gemeend, zoals ook Provinciale
Staten hebben aangegeven, dat tot de Grote Groene Gemeente ook Baarle-Nassau behoort. We
spreken nu echter niet over de Grote Groene Gemeente, maar over de Groene Gemeente, zoals we
ook hebben aangegeven bij het referendum, en daartoe zou de gehele gemeente Nieuw-Ginneken
moeten gaan behoren. Het college heeft er begrip voor dat het voor Baarle-Nassau moeilijk ligt,
omdat men daar nog steeds vecht voor zelfstandigheid. Het college begrijpt ook de zienswijze van
de heer Van Gils als hij zegt dat we in principe de Grote Groene Gemeente nodig hebben om vol
doende draagvlak te krijgen voor het opzetten van een goede bestuurlijke organisatie. Wij voor
ons moeten echter spreken over de Groene Gemeente, omdat het hier de gemeenten betreft die
indertijd het initiatief genomen hebben om tot de vorming van zo'n gemeente over te gaan. Op de
vraag van de heer Van der Westerlaken hoe het staat met de voorbereidingen om tot samengaan
van de gemeenten te komen, antwoordt de voorzitter dat het college dat reeds heeft uitgelegd in de
bijeenkomst die enige tijd geleden samen met de andere groene gemeenten in Jeugdland is
gehouden. Zij acht het niet zinvol daar nu verder op in te gaan, maar zegt toe zo spoedig mogelijk
daarop terug te komen. De voorzitter herhaalt blij te zijn dat iedereen met de zienswijze van het
college kan instemmen en zegt toe, alvorens de stukken naar de staatssecretaris te verzenden,
hierover in de commissie ABAM nog te spreken.