De heer MARTENS gaat namens zijn fractie accoord met het voorstel, maar geeft het college in
overweging gespreide betaling toe te staan aan hen die het niet kunnen betalen.
De heer VAN YPEREN gaat verder op de vraag van de heer H. van Gils. Ook hij ziet een
onduidelijkheid in het voorstel. In de commissie werd zijn vraag of dit nou betrekking heeft op de
plankaart bevestigend beantwoord, maar als je het voorstel goed leest, inclusief de toevoeging, dan
geldt voor alle fasen hetzelfde bedrag. Verder leest hij dat het een definitief besluit is, met
uitzondering van wat ons nog te wachten staat. Ook wordt het gevraagde onderzoek naar
alternatieven niet doorgevoerd. Heeft hij dit alles goed begrepen of zit hij er helemaal naast?
Wethouder VAN GILS merkt op dat de heer Van Yperen er helemaal naast zit, maar zal daar nog
op terugkomen. Op een gegeven moment heeft de raad vastgesteld dat in het buitengebied een
aantal panden moest worden aangesloten. Gekozen werd voor een eigen bijdrage van 5.000,--
per pand en daarnaast een verhoging van de algemene middelen om het geheel te financieren.
Voorgesteld wordt nu de eigen bijdrage van 5.000,— te wijzigen in 3.500,—. Het voorstel
geeft tevens aan hoe het college het daardoor ontstane tekort denkt op te vangen in de komende
jaren. Dan is er nog het probleem van nieuwbouwers in het buitengebied die op het riool willen
aansluiten, terwijl er niets voor de deur ligt. Het college stelt voor voor nieuwbouwaansluitingen
en voor degenen die nu weigeren aan te sluiten een bijdrage van 5.000,- te hanteren, maar zegt
tevens toe daarop verder te gaan studeren. Richting de heer Zwijnenburg antwoordt de wethouder
dat nieuwe alternatieven uiteraard bekeken worden, maar intussen moeten we toch proberen door
te gaan met het aansluiten van die panden op het drukriool. De heer H. van Gils is reeds
uitgebreid beantwoord voor wat betreft punt B van het voorstel. Daarop zal nog worden terugge
komen. De wethouder zegt de opmerking van de heer Van de Put wat flauw te vinden. De heer
Van de Put mag het dan niet eens zijn met de verlaging van de aansluitkosten per pand, maar het
is niet charmant er dat soort argumenten bij te halen. Richting de heer Martens antwoordt de
wethouder dat naar zijn idee reeds de mogelijkheid bestaat in twee termijnen te betalen. In ieder
geval zal in voorkomende gevallen de nodige coulance betracht worden, zonder daar een regel van
te maken. Op de vraag van de heer Van Yperen zegt de wethouder dat, met uitzondering van het
bedrag, het oorspronkelijke plan ongewijzigd is gebleven. De bedoelde plankaart blijft daar dus
deel van uitmaken. De panden die oorspronkelijk als super-onrendabel waren aangeduid, vallen nu
dus ook niet onder dit voorstel.
De heer VAN YPEREN is van mening dat het betreffende stuk voorstelt de eigen bijdrage in de
aansluitkosten op de drukriolering vast te stellen op 3.500,— of 5.000,—. Wanneer het voorstel
zo blijft liggen, kan in principe iedereen daar morgen gebruik van maken. Hij vindt in het
voorstel niet terug dat een en ander betrekking heeft op dat plan.
Wethouder VAN GILS stelt dat het hele voorstel verwijst naar het oorspronkelijke. Alleen in het
besluit zou je kunnen zeggen: 3.500,— per aansluiting voor bestaande woningen, volgens het in
1994 vastgestelde plan van aanleg. Daartegen heeft hij geen bezwaar.
De heer H. VAN GILS stelt voor bij de genoemde 5.000,— te vermelden "voorlopig, in
afwachting van nadere voorstellen". Dan is ook hij volledig accoord.
Wethouder VAN GILS merkt op dat het zo ook uitdrukkelijk bedoeld is, maar voor de goede
gang van zaken moet er in ieder geval een tarief zijn.
De heer VAN DE PUT zegt in de commissie wel degelijk over de boterzachte argumenten te
hebben gesproken. Alle argumenten ten spijt, blijft overeind dat het college nog geen definitieve
uitspraak heeft gedaan over de uiteindelijke bijdrage voor de bestaande panden. Nieuwe woningen
in het gebied van deze drukriolering moeten echter wel 5.000,-- gaan betalen. Hij vindt dat toch
een vorm van rechtsongelijkheid. Hij verlangt geen stemming, maar vraagt aantekening dat zijn
fractie tegen dit voorstel is.