KADERNOTA BEGROTING 1996 INLEIDING/PROCEDURE Evenals afgelopen jaren willen wij het proces van samenstelling van de begroting 1996 aanvangen met een Kadernota. De bedoeling van de Kadernota als bestuursinstrument is om uw raad in een vroegtijdig stadium te betrekken bij het uitzetten van de hoofdlijnen van gemeentelijk beleid tegen de achtergrond van de financiële kaders en randvoorwaarden die moeten worden gehanteerd bij het opzetten van de begroting. Als belangrijk element bij die opzet van de Kadernota beschou wen wij de mogelijkheid om bij het uitzetten van de hoofdlijnen van beleid tevens een relatie te leggen naar de inzet van beschikbare middelen. Belangrijke factoren die hierbij de komende jaren een rol (gaan) spelen zijn de nieuwe normering voor de voeding van het gemeentefonds en de gewijzigde verdeel- maatstaven die het rijk in het kader van de Financiële-Verhou- dingswet heeft doorgevoerd. Rekening houdend met het van kracht worden van de gemeentelijke herindeling in het samenwerkingsgebied Breda naar verwachting per 1 januari 1997, zal de Kadernota 1996 de laatste Kadernota zijn van de gemeente Nieuw-Ginneken. Op grond van artikel 191 van de Gemeentewet zal uw raad bij de begroting 1996 toch nog een meerjarenraming van tenminste drie op het begrotingsjaar volgende jaren, in casu 1997 t/m 1999, moeten vaststellen. Hiervan uitgaande zal de uitwerking van een aantal in de Kadernota 1996 opgenomen zaken na de genoemde herindelingsdatum van 1 januari 1997 komen te liggen. Voor wat de betreft de te volgen procedure wordt het volgende medegedeeld. Nadat de concept-Kadernota ter advisering is voorgelegd aan de Commissie Algemene Bestuurlijke Aangelegenheden en Middelen zal in de raadsvergadering van 9 mei a.s. vervolgens de raad een voorstel worden gedaan tot vaststelling van de Kadernota 1996. De vastgestelde beleidsuitgangspunten gelden als randvoorwaar den bij het voorbereidingsproces en de totstandkoming van de begroting 1996.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 161