De procedure rond de stemming
Artikel 14
1. Ten behoeve van het referendum zal een afzonderlijk kiesre-
gister worden bijgehouden, waarin de kiesgerechtigden voor
het referendum worden opgenomen.
2. Een kiesgerechtigde voor het referendum ontvangt een afzon
derlijke oproepingskaart
3Het bepaalde in lid 1 en 2 geldt ook wanneer sprake is van
een combinatie met een verkiezing van de leden van een ver
tegenwoordigend lichaam.
4Deelname aan het referendum door middel van een volmacht of
in een ander stemlokaal dan waarvoor de oproeping geldt, is
mogelijk.
Artikel 15
1Het referendum vindt plaats in de stemlokalen die worden
gebruikt voor de stemming van de verkiezingen van vertegen
woordigende lichamen. Indien geen sprake is van een combi
natie met een zodanige verkiezing kunnen burgemeester en
wethouders besluiten een geringer aantal stemlokalen te
gebruiken
2Aan de kiesgerechtigden voor het referendum wordt een
referendumkaart uitgereikt. Daarvan wordt aantekening
gemaakt in het kiesregister
3De referendumkaart vermeldt de vraagstelling, waaronder
zijn afgedrukt de zinnen 'ja, ik ben voor' en 'nee, ik ben
tegen'. Vóór deze zinnen is een (open) hokje afgedrukt.
4. Deelname aan het referendum heeft plaats door het betref
fende hokje met rood in te kleuren en de referendumkaart in
de stembus te deponeren.
5Het stembureau houdt aantekening van het deponeren van een
referendumkaart in de stembus.
Artikel 16
1. Het stembureau stelt na de sluiting van het stemlokaal vast
hoeveel referendumkaarten zich in de stembus bevinden en
telt vervolgens de voor- en tegenstemmen. Niet of onduide
lijk ingevulde referendumkaarten worden als ongeldig aange
merkt. Voor wat betreft de beoordeling van de geldigheid
van de referendumkaarten wordt zoveel mogelijk aansluiting
gezocht bij artikel N7, tweede lid van de Kieswet. Van de
uitkomst van de telling wordt een proces-verbaal opgemaakt.
2Na de telling worden de referendumkaarten in verzegelde
pakken bewaard.
3. De uitslag wordt openbaar bekend gemaakt.
Artikel 17
Voorzover in deze verordening in de procedure ten aanzien van
de stemming niet is voorzien, zijn de bepalingen van de Kieswet
zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing.
4
r 1*