De heer MARTENS merkt op dat zijn fractie bij de algemene beschouwingen eenzelfde standpunt heeft ingenomen. Hij vindt het wat prematuur om nu al over terugdraaien te praten en wil eerst wel eens zien hoe een en ander in de praktijk uitpakt. Voorts wijst hij erop dat niet alleen gesproken is over een renovatie van het bad, maar ook over de leiding, het management, het toezicht. Daarbij komt nog dat na de renovatie mensen van buiten Breda 50,— meer moeten betalen dan mensen met een Breda-pas. De VOORZITTER meent dat het goed is de meningen uit de raad aan de commissie te melden en even het advies af te wachten. Ook geeft zij in overweging dat, wanneer deze bijdrage alsnog betaald zou moeten worden, daar ook een dekking tegenover moet staan. De heer GEERTS stelt dat zijn fractie, los van alle mitsen en maren, ontwikkelingen ziet, waardoor de kans aanwezig is dat het raadsbesluit teruggedraaid gaat worden. Daar het hier twee gemeenten betreft die met elkaar aan het stoeien gaan, acht zijn fractie het niet wenselijk om deze zaak voor een zware commissie te brengen. De VOORZITTER zegt van deze mening kennis te hebben genomen, het college zal daar rekening mee houden. Ten aanzien van de overige ter inzage liggende stukken wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 4. AANBIEDING VAN DE GEMEENTEREKENING 1994. De VOORZITTER neemt aan dat de raad zich kan verenigen met het voorstel om deze gemeenterekening op 14 juni in de commissie ABAM en op 27 juni in de raad te bespreken. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 5. VOORSTEL TOT BEHANDELING VAN DE KADERNOTA 1996. De VOORZITTER wijst erop dat iedereen, naast de reeds ontvangen kadernota, vanavond ook nog een notitie op ieders plaats aantreft. De heer PLATZBEECKER begint zijn betoog met een aantal algemene opmerkingen. Met betrekking tot pagina 2, de gemeentelijke herindeling, wijst hij op het grote belang dat zijn fractie hecht aan het veiligstellen van de belangen van het personeel van de gemeente Nieuw-Ginneken en het verschaffen van duidelijkheid zo snel als dat mogelijk is. Ten aanzien van het tekstgedeelte, dat door zijn fractie als enigszins wazig en onduidelijk wordt ervaren, pleit hij voor een duidelijke formulering, zodat goed leesbaar wordt wat bedoeld wordt en welke kant een en ander opgaat. Met betrekking tot openbare orde en veiligheid ondersteunt en accordeert zijn fractie de opmerking dat de primaire verant woordelijkheid aangaande politietaken ligt bij de rijksoverheid. Hij acht het beschamend dat het rijk in deze verstek laat gaan, waardoor de gemeente zich in het belang van haar burgers gedwongen voelt gelden te fourneren om de veiligheid van burgers op een hoger peil te brengen. Zoals in het stuk staat aangegeven, verwacht zijn fractie op korte termijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 247