nieuw beleid is en dat dus de O.Z.B. maar verhoogd moet worden. Hij vindt dat we dat aan onszelf te wijten hebben. Wanneer we veel geld uitgeven aan bepaalde projecten, blijft er nu eenmaal voor de rest weinig over. Willen we ook het 'leuke pakket' realise ren, zonder met de botte bijl bezuinigingen door te voeren, dan zullen we ook in de toekomst steeds weer de O.Z.B. moeten verhogen, omdat het rijk ons steeds minder geld geeft. De heer H. VAN GILS merkt op het antwoord van de wethouder ten aanzien van de extra verhoging van de subsidie Stichting Kinderopvang erg mager te vinden. Hij wil daar nu niet dieper op ingaan, maar kondigt aan er zeker bij de begroting op terug te zullen komen als de wethouder opnieuw met hetzelfde summiere antwoord komt. De heer MARTENS vraagt naar aanleiding van het antwoord van de wethouder of hij goed begrepen heeft dat de Stichting Kinderopvang inmiddels een bijgestelde begroting heeft ingediend. Wethouder ROPS zegt dat dat nog niet het geval is. De heer MARTENS maakt in dat geval een voorbehoud ten aanzien van dat onderdeeltje van de nota. Alvorens hiermee accoord te gaan, wil hij eerst graag die begroting zien. Wethouder ROPS vult aan dat, evenals in 1994/1995, voor het gastouderbureau 25.000,-- is uitgetrokken. Wanneer uit het exploitatierapport blijkt dat dat niet genoeg is, dan zal op basis van de werkelijke kosten worden bijbetaald en niet het bedrag van 1.900,— per kindplaats wat we als stimuleringsmiddel krijgen. De heer MARTENS zal de verdere discussie graag in de commissie welzijn voeren. De heer ZWIJNENBURG vindt dat de heer Van de Put wel erg snel gaat. Hij heeft slechts beweerd dat zijn fractie er niet zonder meer mee accoord kan gaan dat in vier zinnen in een kadernota wordt bepaald dat de O.Z.B. met de factor 3 wordt verhoogd. Hij heeft daar bezwaar tegen en vindt dat je daarover een meer principiële discussie zou moeten voeren. De heer POSTHUMA vindt dat we nu toch wel in een erg Kafka-achtige sfeer terechtko men. We gaan in feite een discussie aan over een situatie waarvan we allemaal weten dat die zich nooit zal voordoen. De VOORZITTER is het daarmee eens en sluit de discussie. Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 6. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 7e BEGROTINGSWIJZIGING 1995 MET BETREKKING TOT AANPASSING VAN DE GEWONE DIENST 1995. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 251