14
om met die regionale visie mee te gaan. De beleidsuitgangspunten zal men graag als een
soort adviesrichting meenemen bij het ontwikkelen van onze bestemmingsplannen.
Concreet betekent dat, dat het integrale gebiedsdocument uitgangspunt is voor zijn fractie.
Naar zijn oordeel zit er in de regionale beleidsvisie al teveel detaillering. Het college
schrijft in de notitie dat we een verplichting zijn aangegaan met het convenant. Hij meent
dat we inderdaad de verplichting zijn aangegaan om samen te werken aan het beleid en
aan de toekomst voor het gebied, maar dat wil nog niet zeggen dat we verplicht zijn om
zo gedetailleerd met dit soort zaken in te stemmen. Hij wenst daar in ieder geval niet aan
mee te doen. De visie van zijn fractie is door het college op 3 mei redelijk verwoord,
alleen kwam daarin niet duidelijk tot uitdrukking dat zijn fractie niet verder wil gaan dan
het advies uit deze visie. Hetgeen door de voorzitter van de stuurgroep in een begeleidend
schrijven wordt aangegeven, wordt door zijn fractie toch wat te vrijblijvend geacht.
Samenvattend merkt hij op accoord te gaan met de uitgangspunten, echter niet met de
detaillering. Het totale rapport wordt dus afgewezen.
De heer POSTHUMA stelt dat ruimtelijke problematiek, milieuzaken en dergelijke niet
stoppen bij de gemeentegrenzen. Het lijkt hem dan ook goed dat er een integrale grens
overschrijdende beleidsvisie wordt ontwikkeld. Hij vraagt zich daarbij af wat de status is
van het voorliggende stuk en in hoeverre onderschrijving van de beleidsvisie ten koste zou
gaan van de gemeentelijke autonomie, waar het gaat om de vaststelling van het bestem
mingsplan Buitengebied. Zijn fractie gaat ervan uit dat het steunen van de beleidsvisie niet
vrijblijvend is en dat we ons zeker verplichten om die beleidsvisie serieus mee te wegen
bij de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied. Het is uiteindelijk de gemeente
Nieuw-Ginneken die het bestemmingsplan vaststelt en daarbij, met deze beleidsvisie op
tafel, ook wel degelijk rekening houdt met de belangen van de kleine kernen, waar de
heer Willemsen voor pleit. Bespreking van details lijkt hem meer opportuun op het
moment dat het bestemmingsplan aan de orde is en hij gaat ervan uit dat daar nog steeds
met grote inzet aan gewerkt wordt.
De heer ZWIJNENBURG zegt dat ook zijn fractie de afstemming tussen de verschillende
gemeenten een goede zaak vindt. De regionale beleidsvisie kan een goede aanzet tot die
afstemming zijn, alleen, bij het ontwikkelen van zo'n beleidsvisie heb je niet alleen te
maken met een positieve kant, zoals zojuist door hem genoemd, maar er is doorgaans ook
een aantal valkuilen. Allereerst moet je voorzichtig zijn dat je in zo'n beleidsvisie geen
zaken gaat regelen die elders al geregeld zijn of zullen gaan worden. Als voorbeeld noemt
hij de ammoniakreductie, waar momenteel op provinciaal niveau aan gewerkt wordt. Die
moet je dus ook nog niet eens regionaal gaan regelen. Voorts is hij van mening dat je bij
het schrijven van zo'n visie heel voorzichtig moet zijn dat je niet nog meer onduidelijk
heid schept dan er al is, want er zijn al zoveel plannen op het gebied van ruimtelijke
ordening. Ook moetje voorzichtig zijn niet allerlei beperkingen aan te brengen, waardoor
je het democratisch gebeuren gaat verstoren. Hij wijst in dit verband op de inspraak- en
de bezwarenmogelijkheden. Voor het bestemmingsplan kennen wij een heel duidelijke
procedure. Hij heeft het gevoel dat er nu iets wordt gevoegd tussen de procedure die we
hadden bij het streekplan en de procedure die we nog gaan krijgen bij het bestemmings
plan. Het goedkeuren van dit stuk door de raad zou wel eens kunnen betekenen dat de
raad al wordt gebonden bij het bestemmingsplan, maar ook dat de burgers een degelijke
bezwaar- en inspraakmogelijkheid ontnomen wordt. Wat dat betreft wil hij zich in ieder
geval niet binden. Vervolgens licht hij enige punten uit de notitie waar zijn fractie grote
bezwaren tegen heeft. In de beleidsvisie is sprake van voorkeursgebieden waar dan
bepaalde activiteiten zouden moeten plaatsvinden. Daar worden specifieke gebieden voor
