X X
X
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
Raadsvergadering
Onderwerp
27 juni 1995
Agenda Nr
14
KlassNr
-1714
Voorstel om te besluiten tot het maxi
maal gebruik maken van de door de wet
gever geboden beleidsruimte tot het ver
lenen van kwijtschelding van gemeente
lijke belastingen, en daartoe de Kwijt
scheldingsregeling gemeentelijke hef
fingen 1995 vast te stellen.
Ulvenhout12 juni 1995
Aan de Raad,
Wijziging van het beleid.
De gemeente Nieuw-Ginneken maakt voor wat betreft de gemeente
lijke belastingen maximaal gebruik van de in artikel 255 van de
Gemeentewet neergelegde kwijtscheldingsmogelijkheden. Er zijn
slechts enkele beperkingen aangebracht voor wat betreft de
belastingsoorten (geen kwijtschelding leges, marktgelden enz.)
en voor de indieningstermijn (binnen twee maanden na de dagte
kening van het aanslagbiljet)
Door de Unie van Waterschappen en de Vereniging van Nederlandse
Gemeenten wordt reeds geruime tijd aangedrongen op meer be
leidsvrijheid voor de waterschappen en de gemeenten op het
gebied van kwijtschelding. Vanuit de opvatting dat het inko
mensbeleid puur een zaak is van het rijk, is tot op heden deze
beleidsvrijheid niet toegestaan. Een door het kabinet ingestel
de werkgroep Inkomens- en Kwijtscheldingsbeleid (WIK) heeft
echter aan het kabinet geadviseerd om een verruiming mogelijk
te maken en om deze verruiming stapsgewijs in te voeren.
Het kabinet heeft op basis van dit advies besloten om de eerste
stap reeds in 1995 te zetten. Dit impliceert dat in de toekomst
nog meer verruimende maatregelen mogen worden verwacht
Om verruiming mogelijk te maken dient de Gemeentewet te worden
gewijzigd. Artikel 255 van de Gemeentewet zal worden uitgebreid
met een bepaling dat de gemeenteraad bij afzonderlijk besluit
in een ruimer kwijtscheldingsbeleid kan voorzien.
De eerste stap tot een ruimer vrijlatingsbeleid heeft betrek
king op de norm 'kosten van het bestaan". Het percentage van de
genormeerde bijstanduitkeringen dat als kosten van het bestaan
kan worden aangemerkt wordt verhoogd van 90% naar 95%. Dit
betekent een hogere aftrekpost bij de berekening van de jaar
lijkse capaciteit, zodat een aanvrager eerder in aanmerking zal
komen voor (gedeeltelijke) kwijtschelding dan onder de oude
normen