raadsvoorstel. Ten aanzien van het voorstel stelt hij het wat vreemd te vinden dat een dergelijk
contract slechts voor één jaar wordt afgesloten. Mogelijk kan die periode wat verlengd worden.
Voorts gaat hij ervan uit dat de genoemde gemiddelde inzet van 20 uur per week, neerkomend op
1000 uur per jaar, binnen dit budget kan gebeuren.
De heer POSTHUMA zou graag van de heer Teunissen horen of hij met zijn verzoek bedoelt dat
er vanavond niet over het voorstel besloten zou moeten worden, maar dat met dat besluit gewacht
zou moeten worden tot hij het complete voorstel op papier heeft gezien.
De heer TEUNISSEN heeft er alle vertrouwen in dat de voorzitter de door haar gegeven
aanvulling voor de raad op papier zal zetten en gaat accoord met het op deze manier uitvoeren.
De heer VAN DER WESTERLAKEN gaat namens zijn fractie accoord met het voorstel. Naar
aanleiding van de toelichting heeft hij berekend dat, wanneer de gemeente 20,per uur betaalt
en de politie daar eenzelfde bedrag bijlegt, je uitkomt op een uurloon van 40,—, hetgeen hem
nogal laag voorkomt. Kan het college aangeven waar hij ergens een fout maakt?
De heer VAN GILS stelt dat zijn fractie op de eerste plaats blij is met het voorstel. Hij stelt
aanvullend voor de beoogde projecten toch in ABAM nog eens door te lopen en te kijken of er
mogelijk nog interessante zaken zijn voor de periode na de eerste drie maanden. Ook stelt hij voor
het project in ieder geval te laten lopen tot eind 1996 en dat ook in de begroting 1996 mee te
nemen.
De heer POSTHUMA stelt dat duidelijk is dat de hele raad van mening is dat politiezorg een taak
is van de rijksoverheid en dat het eigenlijk schandalig is dat de gemeente daarin moet investeren,
waar het rijk tekortschiet. Voorts is duidelijk dat je in de gegeven situatie weinig anders kunt doen
dan maar beslissen om er dat geld voor over te hebben. Zijn fractie is blij dat het college gekozen
heeft voor politievrijwilligers, omdat die keuze garant staat voor een goede inbedding in het
bestaande politieapparaat en er binnen die organisatie ook het effectiefst kan worden opgetreden.
Overigens steunt hij het aanvullende voorstel in het project meteen tot eind 1996 te laten
doorlopen.
De heer ZWIJNENBURG onderschrijft het betoog van de heer Posthuma op het punt van de
rijkstaak. Hij is enigszins teleurgesteld dat het project pas op 1 oktober van start gaat. In wezen
heeft de raad het onderwerp al op 18 november 1994 naar voren gebracht en nu, bijna een jaar
later, wordt het pas geëffectueerd. Hij hoopt dat het mogelijk is de datum van 1 oktober nog wat
naar voren te halen. Zijn fractie is van mening dat je een contract inderdaad moet afsluiten voor
een bepaalde tijdseenheid. De exacte duur laat hij graag aan het college over, in goed overleg
overigens met de politie. Hij ziet wel graag een inkadering en niet een meerjarig contract. Zijn
fractie stemt in met het voorstel.
De heer PLATZBEECKER sluit zich volledig aan bij de woorden van de heer Teunissen, maar
wil daar nog iets aan toevoegen. Het ingekomen stuk onder R, betreffende de stadswacht, staat los
van dit gebeuren, maar heeft naar het oordeel van zijn fractie ook alles te maken met openbare
orde en veiligheid. Bij bestudering van dat rapport is hij getroffen door de mogelijkheden die
wellicht ook voor onze gemeente hierin aanwezig zijn. Hij vraagt het college dit rapport goed te
bestuderen en eventueel met een notitie te komen over de mogelijkheden voor onze gemeente om
hiervan gebruik te maken. Via de rijksoverheid is geld beschikbaar en hij denkt dat er mogelijkhe
den zijn. Hij ziet graag de notitie tegemoet.
De VOORZITTER constateert dat de heer Teunissen instemt met het voorstel en zegt hem toe in
een kleine notitie de aanvulling van vanavond op papier te zetten. Ten aanzien van de termijn stelt
zij hem voor ermee accoord te gaan om dit contract de laten doorlopen tot eind 1996 en vervol
gens te evalueren om te kijken hoe we verder gaan. Richting de heer Van der Westerlaken merkt
