4. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET IN HET EXPLOITATIETEKORT 1993 EN 1994 VAN DE WARME MAALTIJDENDIENST VAN VERZORGINGSHUIS DE DONK. De heer GOOS vindt het jammer dat de garantstelling van 70 maaltijden per dag niet gehaald wordt, hetgeen betekent dat er bijbetaald moet worden. Hij vraagt zich af of het, alvorens tot ingrijpende veranderingen over te gaan, niet beter is om eerst de oorzaak van een en ander vast te stellen. Voorts wijst hij erop dat de overstap naar warme maaltijden inhoudt dat circa 40% geen gebruik meer kan maken van deze voorziening. Het lijkt hem zinvol na te gaan hoe de RSWO- maaltijdenvoorziening loopt en tevens te bezien of het wel noodzakelijk is dat twee naast elkaar opererende instellingen deze maaltijden distribueren, welke instellingen vervolgens beide weer gesubsidieerd moeten worden. Hij gaat accoord met het voorstel, maar acht een nader onderzoek naar oorzaken en oplossingen zinvol. De heer VAN GILS is accoord met het voorstel en vindt dat we ons verplicht hebben in een exploitatietekort bij te dragen. Wel had hij intussen wat antwoorden verwacht op in de commissie gestelde vragen. Graag hoort hij waarop het optimisme is gebaseerd dat er in 1995 en 1996 geen tekort meer zal zijn. Voorts vraagt hij zich af hoe het komt dat de Regionale Stichting Welzijn Ouderen (RSWO) een andere gesubsidieerde instelling beconcurreert, terwijl er toch een intentieverklaring ligt dat ze elkaar zullen helpen. De heer MARTENS merkt op dat in het stuk antwoord wordt gegeven op de vraag naar het optimisme van de directeur. Deze wil een betere exploitatie bereiken door uitbreiding van de res taurantfunctie en door intensivering van de warme maaltijdvoorziening in de directe omgeving van De Donk. Hijzelf heeft daar zo zijn twijfels over. De oorzaken mogen dan bekend zijn, maar hoe gaan we daar in de toekomst mee om en ook met die zogenaamde concurrentie. Zijn fractie gaat accoord met het voorstel, maar zag graag medio 1996 een rapportage over a) hoe met de oorzaken is omgegaan om te komen tot een gezondere basis van die maaltijdverstrekking en b) hoe het zit met het optimisme van de directeur van De Donk. De heer GEERTS stelt dat zijn fractie accoord gaat met het voorstel. Hij dringt erop aan op korte termijn samen met de betrokken instanties te bekijken hoe de in het verleden nadrukkelijk geconstateerde vraag beantwoord kan worden, want voor zijn gevoel liggen vraag en antwoord hier mijlenver uit elkaar. De maaltijdvoorziening loopt terug, terwijl de vraag toeneemt. Hier moet iets mis zijn en hij neemt aan dat daar op korte termijn met de betrokken partijen naar gekeken wordt. Wethouder ROPS zegt blij te zijn dat allen accoord gaan met het voorstel. Bij de garantstelling in 1992 zijn wij accoord gegaan met een nieuwe keuken, die naast warme maaltijden ook koelverse maaltijden zou gaan verzorgen. De prognoses waren toen goed. Intussen zijn echter de eetgewoon ten van ouderen veranderd. Met name uit omliggende gemeenten kwam de vraag naar diepvries- produkten. Toen De Donk daarop niet wilde ingaan, is de RSWO daarmee begonnen en werd daardoor inderdaad een concurrent van De Donk. In een gesprek met de RSWO bleek dat het om 10 a 12 diepvriesmaaltijden in onze gemeente ging. Het is overigens niet zo dat De Donk op iets anders overstapt; men blijft koelverse en warme maaltijden rondbrengen. In het kader van de Warenwet moeten de warme maaltijden een temperatuur hebben van minimaal 70 graden. Het is derhalve onmogelijk warme maaltijden op ver van De Donk gelegen adressen te bezorgen en juist die mensen zijn overgegaan op diepvriesprodukten. De eetpunten in De Donk en in het Hoekhuis in Bavel worden weer voorzien van warme maaltijden. De vraag naar koelvers neemt gelukkig ook weer toe. Blijkens de begroting 1996 van De Donk hoeft de gemeente niet meer bij te betalen; 1995 was nog een twijfelgeval. Het optimisme van de directeur wordt ingegeven door het feit dat er acquisite wordt gevoerd in met name de omgeving van De Donk, waar overeenkomstig de voorschriften van de Warenwet warme maaltijden kunnen worden gebracht. Ook de restaurant functie zou een positieve bijdrage moeten gaan leveren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 439