ook naar bedrijven. Wel vraagt hij zich af of wij als lokale overheid niet de zoveelste zijn die op
het energieplatform willen adviseren. Hij vindt niet dat het college moet proberen extra energiebe
sparing te bereiken door, richting bedrijven, bepalingen op te nemen in de milieuvergunning. Het
bedrijfsleven heeft al met voldoende beperkingen te maken. De genoemde permanente voorlichting
acht hij het positieve van dit voorstel. Ondanks zijn critische opmerking gaat hij toch accoord.
De heer POSTHUMA merkt richting de heer Van Gils op dat wat hij opvat als een beperking,
ook opgevat kan worden als een welkome suggestie van de overheid richting het bedrijf om nog
wat extra voordelen te kunnen behalen.
De heer VAN GILS stelt dat het bedrijfsleven precies weet wat het moet doen. Daar is geen extra
bepaling in een milieuvergunning voor nodig.
Wethouder VAN YPEREN wijst erop dat de intenties van de nota zijn het kijken naar woningen
en bedrijven en het vervullen van een voorbeeldfunctie voor iedereen. Hij is het met de heer Van
Gils eens dat inmiddels iedereen voldoende op de hoogte is van de maatregelen die genomen
moeten worden om het energieverbruik zoveel mogelijk te beperken en de aanwezige energie
optimaal te gebruiken. Met dit plan beoogt de gemeente een adviserende rol te spelen bij de bouw
en bij het regulier bekijken van woningen en bedrijven, teneinde het maximale te halen uit alle
energiebronnen en tevens eventuele vervuiling te voorkomen. Hij denkt niet dat het zo ver gaat
dat het de bedrijven moeilijk wordt gemaakt door voorschriften te stellen waaraan ze niet kunnen
voldoen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
11. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT
VOOR EEN PERCEEL MET OPSTALLEN AAN DE SEMINARIEWEG 16B TE
BA VEL.
De heer POSTHUMA merkt op dat zijn fractie van oordeel is dat Bavel meer behoefte heeft aan
bedrijventerreinen dan aan een ontspanningscentrum. Men wil de huidige bestemming handhaven
en ziet derhalve de noodzaak niet om nu een voorbereidingsbesluit te nemen. Dat gezegd
hebbende, zijn andere overwegingen voor zijn fractie niet meer van belang. Men is tegen het
voorstel.
De heer ZWIJNENBURG spreekt zich namens zijn fractie eveneens tegen het voorstel uit. Het is
bekend dat bedrijventerrein de Bunder al enige jaren vol is en nu doet het college dit voorstel ten
behoeve van een bovenlokaal bedrijf. Zijn fractie zit daar niet op te wachten en geeft er de
voorkeur aan de huidige bestemming te handhaven.
De heer VAN GILS zegt dat ook zijn fractie geen behoefte heeft aan een bestemmingsplanwijzi
ging hier. Men onderkent de vraag naar ambachtelijke terreinen en ziet niets in een groot ont
spanningscentrum. Hij vraagt zich af of de verwaarlozing, waarvan volgens het stuk sprake zou
zijn, niet op een andere manier dan door een bestemmingsplanwijziging opgeheven kan worden.
Ten aanzien van het advies van Openbare Werken, dat het in- en uitrijden niet behoeft te stuiten
op verkeerstechnische problemen, vraagt hij zich af op welk tijdstip men dat dan beoordeeld heeft.
Zijn fractie is namelijk een geheel andere mening toegedaan.
De heer WILLEMSEN zegt dat ook zijn fractie tegen het voorstel is.
De heer ADRIAANSEN stelt dat zijn fractie ook niet zal instemmen met dit voorstel. Sinds de
commissiebehandeling is er niets wezenlijks veranderd en de fractie handhaaft haar argumenten
tegen het voorstel.