woningbouwvereniging wat eenvoudiger te liggen, maar het gaat hem toch wat ver om nu zomaar
carte blanche te geven.
De heer POSTHUMA deelt de opvattingen van de heer Zwijnenburg ten aanzien van het moment
van indiening van dit verzoek. Hij herinnert zich dat de directeur van Laurentius ongeveer drie
jaar geleden al bekend was met het feit dat die bruteringsoperatie er aan zat te komen. Zijn
concrete vraag is wat het financiële risico is dat de gemeente maximaal loopt met de garantstel
ling.
De heer PLATZBEECKER heeft van de wethouder begrepen dat Laurentius op de kapitaalmarkt
geldleningen moet sluiten en dat de garantieverklaring van de gemeente daarbij betekent dat men
goedkoper geld kan krijgen. Hij vraagt zich af hoe groot dat voordeel dan wel is voor Laurentius
en hoeveel risico de gemeente daarbij loopt. Gezien het feit dat Laurentius over aanzienlijke
reserves beschikt, hoe groot is dan de behoefte dat de gemeente misschien voor ettelijke duizenden
guldens waarborg is?
De heer GEERTS is zeer benieuwd naar het antwoord op de vraag waarom college en raad min of
meer voor het blok worden gezet. Zijn fractie is daar in ieder geval niet erg over te spreken. Ook
hij vraagt zich af of de gemeente risico loopt wanneer de raad hiermee instemt. Is Laurentius,
gezien de royale reserves, niet in staat die risico's zelf te dekken. Verder hoort hij graag welk
voordeel dit soort operaties voor de woningbouwvereniging oplevert. Zou het resultaat zijn dat we
goedkopere woningen krijgen, dan wordt het leuk, maar als het Laurentius alleen maar de kans
biedt om nog meer te potten, dan hoeft het voor hem niet.
De heer VAN GILS plaats eenzelfde opmerking ten aanzien van het late tijdstip. Ook hij is
benieuwd naar het risico dat de gemeente eventueel loopt. Overigens heeft hij er alle vertrouwen
in dat het college de raad op het goede been zet.
De heer VAN DE PUT sluit zich aan bij vorige sprekers. Hij heeft intussen gehoord van
problemen in zuid-west Den Haag, waar het nieuwe beleid zou resulteren in hogere huren voor de
woningwetwoningen. Als een dergelijk gevolg ook hier te verwachten is, dan hoort hij dat graag.
Wethouder VAN YPEREN denkt toch niet helemaal duidelijk te zijn geweest. Het is zeker niet de
bedoeling hier leningen van Laurentius te bekritiseren of te beïnvloeden. Het gaat erom of de
gemeente gaat deelnemen aan het Waarborgfonds Sociale Woningbouw. Een en ander betekent dat
de gemeente niet langer garant hoeft te staan voor leningen door Laurentius ten behoeve van
sociale woningbouw, maar dat het waarborgfonds die garantie overneemt. Zodra we deelnemen
aan dat waarborgfonds ligt de verantwoording voor de lening dus niet meer bij de gemeente. Pas
wanneer het waarborgfonds geen middelen meer zou hebben om die garantstelling te verwezenlij
ken, komen gemeente en rijk weer in het vizier. Het voorstel is dus alleen om deel te nemen aan
dat waarborgfonds., hetgeen dus in principe betekent dat de gemeente minder risico loopt dan
voorheen. Door de garantstelling van het waarborgfonds is Laurentius in staat eenvoudiger en
goedkoper aan een geldlening te komen. Het is zeker niet de bedoeling dat de gemeente zich gaat
bemoeien met de manier waarop Laurentius met zijn kapitaal omgaat en de kapitaalmarkt opgaat.
Het college verzoekt de raad dus niet meer en niet minder dan in principe in te stemmen met
deelname aan het waarborgfonds. De formele besluitvorming komt dan de volgende keer aan de
orde. De wethouder is van oordeel dat vragen met betrekking tot de financiële kant van de
woningbouwvereniging op het terrein van de woningbouwvereniging liggen en derhalve niet door
hem beantwoord kunnen worden.
De heer GEERTS vraagt of de conclusie gerechtvaardigd is dat we praten over een waarborgfonds
voor heel Nederland. Met Laurentius hebben we redelijke ervaringen, maar hij heeft de indruk dat
dit waarborgfonds toch wat overstijgender is.