dp®
GEMEENTE NIEUW-GINNEKEN
X X
V X
Raadsvergadering
Onderwerp
31 januari 1995
Voorstel tot vaststelling van het
bestemmingsplan "De Gilzeweg" te Bavel
Agenda Nr
KlassNr
-1731 21
UIvenhout, 17 januari 1995
Aan de Raad,
Het onderhavige bestemmingsplan voorziet in de planologische
regeling van een reconstructie van de Gilzeweg en de aanleg van
vrij liggende fietspaden langs deze weg. Deze planologische
regeling is in overleg met de commissie Volkshuisvesting, Ruim
telijke Ordening en Milieu tot stand gebracht.
In het kader van het wettelijk vooroverleg is het voorontwerp
van het bestemmingsplan "De Gilzeweg" voor advies o.a. toege
zonden aan de Provinciale Planologische Commissie. Bij brief
van 9 augustus 1994 heeft deze commissie geadviseerd om na te
gaan of deze reconstructie een reconstructie is in de zin van
de Wet Geluidhinder. Volgens de begripsbepalingen van deze wet
wordt onder een reconstructie van een weg verstaan: "een of
meer wijzigingen op of aan een aanwezige weg, ten gevolge waar
van de geluidsbelasting vanwege de weg met 2 dB(A) of meer
wordt verhoogd"Uit het akoestisch onderzoek dat uitgevoerd is
door de Milieudienst van de gemeente Breda (rapport d.d. 7 juli
1992) blijkt, dat er op de Gilzeweg, tussen de Kloosterstraat
en de Roosbergseweg nergens een verhoging van de geluidbelas
ting optreedt en de bijdrage op de Gilzeweg, tussen de A-27 en
de gemeentegrens, de invloed ten gevolge van de fysieke recon
structie zelf beperkt blijft tot 0.2 a 0.5 dB(A)Gelet op deze
onderzoeksresultaten is er géén sprake van een reconstructie in
de zin van de Wet Geluidhinder.
Op grond van artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
heeft het ontwerp van bestemmingsplan met ingang van 24 septem
ber 1994 gedurende vier weken ter visie gelegen. Tijdens deze
periode bestond voor een ieder de mogelijkheid om schriftelijk
een zienswijze kenbaar te maken met betrekking tot het ontwerp
van het bestemmingsplan. Een vijftal zienswijzen is ingekomen.
Deze zienswijzen zijn bij het raadsbesluit gevoegd. Op 13
december 1994 zijn betrokkenen in de gelegenheid gesteld om hun
zienswijzen mondeling toe te lichten ten overstaan van (leden
van) de Commissie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieu
10