Algemene toelichting inleiding mogelijkheden voor gemeentelijk beleid Met ingang van 1 januari 1996 treedt de nieuwe Algemene Bij standswet in werking. Tot deze datum is de hoogte van de uit keringen landelijk vastgelegd. Op grond van de nieuwe wet moet de gemeente zelf beleid vaststellen met betrekking tot de hoogte van de uitkeringen. De nieuwe normensystematiek bestaat uit een rijksbasisnorm en een gemeentelijke toeslag. De nieuwe Algemene bijstandswet kent voor personen van 21 jaar en ouder drie basisnormen voor de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. Deze normen zi jn a. de gehuwdennorm (100% van het minimumloon); b. de alleenstaande oudernorm (70% van het minimumloon); c. de alleenstaandennorm (50% van het minimumloon). In bepaalde gevallen wordt de basisnorm voor de alleenstaande en de alleenstaande ouder verhoogd met een gemeentelijke toe slag. In een viertal situaties, die in de wet zijn vastgelegd, kunnen de basisnorm en de toeslag worden verlaagd. De gemeente kan in een aantal gevallen eigen beleid formuleren met betrekking tot de hoogte van de uitkeringen. Het gaat hier bij om vijf situaties: a. het vaststellen van toeslagen voor alleenstaanden en al leenstaande ouders die de kosten van het bestaan niet (geheel) met een ander kunnen delen; b. het al dan niet toepassen van een verlaging op de bij standsuitkering indien: de uitkeringsgerechtigde geen woonkosten heeft; de uitkeringsgerechtigde als schoolverlater kan worden aangemerkt de uitkeringsgerechtigde een alleenstaande van 21 of 22 jaar oud is; de uitkeringsgerechtigde de norm voor gehuwden ontvangt en er sprake is van inwoning. Het vaststellen van een toeslagenbeleid is op grond van artikel 33 van de Algemene bijstandswet verplicht. Het vaststellen van beleid met betrekking tot verlaging van de uitkering in de situaties die hierboven zijn genoemd, is facultatief. In beide gevallen moet het gemeentelijk beleid op grond van artikel 3 8 van de Algemene bijstandswet in een verordening worden vastge legd Het beleid dat in de verordening wordt vastgelegd heeft betrek king op uitkeringsgerechtigden van 21 jaar en ouder. Het beleid voor aanvullende bijstandsverlening voor uitkeringsgerechtigden jonger dan 21 jaar wordt opgenomen in beleidsregels voor de verlening van bijzondere bijstand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 475