Het toeslagenbeleid maakt deel uit van de bijstand in de
algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan. De in de wet
opgenomen bepalingen die van toepassing zijn op de verlening
van bijstand, zoals bijvoorbeeld de bepalingen met betrekking
tot verhaal en terugvordering, de inlichtingenverplichting en
de strafbepalingen, zijn dan ook van overeenkomstige toepassing
op het toeslagenbeleid.
toeslagen op de uitkering
Uitgangspunt voor het toeslagenbeleid is artikel 33, waarin
wordt bepaald, dat burgemeester en wethouders de bijstandsnorm
voor een alleenstaande (ouder) van 21 jaar of ouder verhogen
met een toeslag voor zover de belanghebbende hogere algemene
noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de bij
standsnorm voorziet, als gevolg van het niet of niet geheel
kunnen delen van deze kosten met een ander.
Als de betrokken alleenstaande of alleenstaande ouder in een
woning woont waarin geen ander hoofdverblijf heeft, dan moet
aan de alleenstaande of aan de alleenstaande ouder een toeslag
van 20% van het netto-minimumloon worden verleend.
In de verordening moet voorts worden aangegeven voor welke
categorieën de bijstandsnorm wordt verhoogd of verlaagd en op
grond van welke criteria de hoogte van die verhoging of verla
ging wordt bepaald.
verlagen van de uitkering
Zoals hierboven is aangegeven kan de gemeente bij verordening
bepalen dat in een aantal gevallen de basisnorm of de toeslag
wordt verlaagd. De gemeente hoeft dit dus niet te doen. Het
gaat hierbij om een categoriale verlaging van de basisnorm of
de toeslag. De reden voor deze mogelijkheid is dat ook de
huidige wet in de aangegeven situaties leidt tot een verlaging
van de uitkering. De volgende verlagingen zijn mogelijk:
de basisnorm voor een echtpaar kan worden verlaagd (artikel
34 Algemene bijstandswet)Dit is het geval indien het echt
paar niet alleen in een woning woont, bijvoorbeeld omdat het
een kamer verhuurt of inwonende kinderen met een eigen in
komen heeft. In dat geval kan het gezin de algemeen noodza
kelijke kosten van het bestaan delen met de onderhuurder of
het inwonende kind. Hierdoor ontstaan schaalvoordelen. Deze
schaalvoordelen worden betrokken bij het vaststellen van de
gehuwdennorm
de gemeente kan de basisnorm voor een echtpaar verlagen of de
toeslag voor de alleenstaande of de alleenstaande ouder lager
vaststellen, als gevolg van het feit dat men voor de woning
die men bewoont geen woonkosten verschuldigd is (artikel 35
Algemene bijstandswet).
de gemeente kan de basisnorm voor een echtpaar verlagen of de
toeslag voor de alleenstaande of de alleenstaande ouder lager
vaststellen als gevolg van het feit dat men als schoolverla
ter kan worden aangemerkt (artikel 3 6 Algemene bijstandswet)