In de toelichting op het wetsontwerp staat: 'Bij de beoordeling of betrokkene inderdaad hogere bestaanskos ten heeft, is in voorkomende gevallen niet bepalend of deze ook feitelijk deze kosten met een ander deelt, maar of het - gegeven de omstandigheden - redelijk is ervan uit te gaan dat deze kosten kunnen worden gedeeld. In bijvoorbeeld de situatie dat een hoofdbewoner de woning met een ander bewoont, zou een ongewenste gebruikersruimte (van bijstandsmiddelen, red.) ontstaan als de hoogte van de toeslag ervan afhankelijk is of de medebewoner, hoewel deze daartoe financieel in staat is, ook feitelijk een bijdrage levert in de woonkosten. Hiertoe wordt gesproken van het 'kunnen delen' van de kosten. Met deze omschrijving beoogt het kabinet uitdrukkelijk niet aan te geven dat van de betrokkene kan worden gevergd dat deze bijvoorbeeld zijn woonsituatie aanpast om zo met een lagere bijstandsuitke ring te kunnen volstaan. Voortbordurend hierop stellen wij voor om een toeslag van 10% toe te kennen (waarbij wordt aangesloten bij de woningdelers- systematiek in het huidige BLN) in die situaties waarin een alleenstaande (ouder) samen met iemand anders hoofdverblijf heeft en aantoonbaar woonkosten heeft. In die situaties gaan we ervan uit dat woonkosten kunnen worden gedeeld. Een belangrijke uitzondering op deze bepaling maken we voor de zorgbehoevende en zijn/haar verzorger. We verwijzen hiervoor naar de toelichting bij het desbetreffende artikel in de ver ordening Het recht op een toeslag is dus afhankelijk van twee factoren: het al dan niet verschuldigd zijn van woonkosten; het al dan niet hebben van hoofdverblijf met een ander. verschuldigde woonkosten Om voor een toeslag in aanmerking te komen moeten woonkosten worden aangetoond. In de toelichting bij het wetsvoorstel wordt nader aangegeven welke algemeen noodzakelijke kosten een alleenstaande kan hebben ten opzichte van degene die met zijn partner een geza menlijke huishouding voert: 'Het gaat hierbij niet alleen om woonkosten (in beperkte of uitgebreide zin) maar ook om alle andere uitgaven waarbij partners een schaalvoordeel hebben omdat zij alle kosten van huisvesting en huishouding gezamen lijk opbrengen. Bij de relatief hogere kosten waarmee alleen staanden in beginsel worden geconfronteerd kan met name gedacht worden aan duurzame gebruiksgoederen, zoals woninginrichting en huishoudelijke apparatuur, maar ook aan vaste lasten, zoals abonnementen en kijk- en luistergeld, en diverse andere kos ten. Uit een oogpunt van uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid is het voor de vaststelling van het recht op een toeslag niet nodig om aan te tonen dat alle hierboven genoemde kosten worden gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 481