10 jongeren van 21 en 22 jaar overige aspecten Artikel 37 van de Algemene bijstandswet bepaalt dat de toeslag voor de alleenstaande van 21 of 22 jaar lager kan worden vastgesteld, indien gezien de hoogte van het minimum jeugdloon, de hoogte van deze toeslag een belemmering vormt voor de aanvaarding van arbeid. Het gaat daarbij om een categoriale verlaging voor de hele groep 21- en 22-jarigen. Ook op dit moment krijgen 21- en 22- jarigen een uitkering die aangepast is aan het niveau van het minimumj eugdloon Zou van deze bevoegdheid geen gebruik gemaakt worden, dan zou dat betekenen dat de uitkering voor 21- en 22-jarige alleen staande cliënten onder de nieuwe wet hoger is dan de uitkering die de huidige 21- en 22-jarige alleenstaanden, op grond van de huidige wet, ontvangen. Bovendien zou er in bepaalde situaties slechts een gering verschil zijn tussen inkomen uit arbeid tegen het minimumloon en de hoogte van de uitkering. Dit kan leiden tot scheve inkomensverhoudingen. De nieuwe wetgeving heeft nog meer gevolgen voor het recht op algemene bijstand: jongeren tot 21 jaar ontvangen op grond van de Wet een uitkering, afgeleid van het niveau van kinderbijslag. In bijzondere omstandigheden kan de gemeente, voor zelfstandig wonenden, de uitkering verhogen; jongeren tot 21 jaar hebben geen recht op algemene bijstand, indien zij in een inrichting zijn opgenomen. De wetgever merkt een opname aan als bijzondere omstandigheid; in dat geval kan de gemeente bezien of (bijzondere) bijstand voor persoonlijke uitgaven noodzakelijk is; in de Wet is voorzien in basisnormen voor de alleenstaande (ouder); niet voorzien is in de situatie, waarin sprake is van co-ouderschap (de situatie waarin de belanghebbende deels als alleenstaande en deels als alleenstaand oudere is aan te merken) De gemeente is in die situatie bevoegd, bij wijze van individualisering, de hoogte van het recht op bijstand vast te stellen; de nieuwe wet voorziet niet meer in een toeslag aan voormalig éénoudergezinnen, op het moment dat het jongste kind niet meer ten laste van de ouder komt. Ook in deze situatie kan de gemeente op grond van bijzondere omstandigheden besluiten tot hogere bijstand, dan waarin basisnorm plus toeslag voorziet. In deze situaties zal (behoudens bij co-ouderschap) steeds sprake zijn van het verlenen van bijzondere bijstand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 484