2 C. Vlemmix heeft ons bij brief van 14 december 1994, inge komen 16 december 1994, zijn pleitnotitie doen toekomen die hij bij de hoorzitting van 13 december 1994 had willen voorlezen (hij was verhinderd om de hoorzitting bij te wonen) 6. Overwegingen met betrekking tot de zienswijzen. a. C. Vlemmix, Bolbergseweg la, 4854 NG Bavel C. Vlemmix heeft bij brief van 4 oktober 1994 een ziens wijze ingediend met betrekking tot het ontwerp van bestem mingsplan "De Gilzeweg" Bij brief van 14 december 1994 heeft hij ons college een pleitnotitie doen toekomen welke hij op de hoorzitting van 13 december 1994 had willen voor lezen. C. Vlemmix was echter niet in de gelegenheid om de hoorzitting bij te wonen. C. Vlemmix verwijt de gemeente onzorgvuldig met zijn belan gen om te springen. Het bestemmingsplan zou zich dienen uit te strekken tot de gehele percelen gelegen aan de Gilzeweg. In een dergelijk bestemmingsplan zou dan voor de eigenaren de mogelijkheid gecreëerd kunnen worden tot het bouwen van een onderdak voor een paard of iets dergelijks. In het ver leden is door de gemeente reeds bouwvergunning verleend voor dergelijke onderkomens. Het bestemmingsplan heeft voornamelijk tot doel om een onteigeningsprocedure met succes te kunnen voeren. Hij acht het onjuist, dat niet met de eigenaren op minnelijke wijze tot overeenstemming zou zijn te komen. C. Vlemmix onderkent het belang van de ver keersveiligheid, hij zag echter graag zijn belangen meege nomen in het onderhavige bestemmingsplan. Reactie Het voorliggende bestemmingsplan regelt sec de reconstruc tie van de Gilzeweg, benevens de aanleg van vrij liggende fietspaden langs deze weg. Immers de aanleg van deze fiets paden is in het belang van de verkeersveiligheid van de fietsers. Het vigerende planologische regime laat de aanleg van de fietspaden niet toe, vandaar dat een bestemmings planwijziging dient plaats te vinden. Om tot de aanleg over te kunnen gaan dienen gronden verworven te worden van eigenaren van aan de Gilzeweg gelegen percelen. In het ver leden is getracht om met alle eigenaren van deze gronden tot minnelijke overeenstemming te komen. Slechts in een aantal gevallen is deze overeenstemming bereikt. Wij be schouwen het middel van onteigening als een uiterste middel om ons ruimtelijk beleid gericht op het algemeen belang als bijvoorbeeld de verkeersveiligheid door te voeren. Naar het middel van de onteigening zullen wij dan ook pas grijpen als niet langs minnelijke weg of niet in de gewenste vorm tot overeenstemming is te komen. Als een dergelijke onge wenste vorm om te komen tot overeenstemming beschouwen wij o.a. de wens tot het verkrijgen van planologische medewer king tot het scheppen van bouwmogelijkheden in strijd met het gemeentelijk en provinciaal planologische beleid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 48