9 Artikel 13 van de Algemene bijstandswet voorziet in de moge lijkheid dat de burgemeester en wethouders de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen afstemmen op de omstandighe den, mogelijkheden en middelen van de betrokken persoon. Artikel 13 van de Algemene bijstandswet houdt vooral de moge lijkheid in tot afwijking van algemene regels. De bevoegdheid op grond van het eerste lid van artikel 6 biedt een mogelijk heid tot aanvulling op de regels, in een concreet geval. Van het gebruik van deze bevoegdheid in een concrete situatie wordt een belangrijke precedentwerking verwacht. Mede om die reden is in het tweede lid voorzien in een meer algemene aan vullingsbevoegdheid. Op grond hiervan kunnen burgemeester en wethouders nadere regels stellen met betrekking tot: de uitvoering van de bepalingen van de verordening, inclu sief de toepassing van het individualiseringsbeginsel situaties, waarin de verordening niet voorziet. Op deze wijze is voorzien in flexibilisering van het beleid. Hierdoor kan steeds worden aangesloten bij nieuwe ontwikkelin gen of bij ontwikkelingen die niet voorzien waren, zonder dat tussentijdse aanpassing van de verordening noodzakelijk is. Artikel 7 De uitvoering van de verordening is op grond van de Algemene bijstandswet voorbehouden aan burgemeester en wethouders. Artikel 8 Dit artikel geeft de citeertitel en geeft aan wanneer de ver ordening in werking treedt, namelijk gelijktijdig met de inwerkingtreding van de nieuwe Algemene bijstandswet. 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 493