21
voetbal. Hij zegt toe tussentijds steeds terug te koppelen naar commissie en raad, maar hij heeft
wel 2 a 3 maanden nodig. Als de hele raad een tweede mening wil bij de WVG, kan hij
daarachter staan. Hij wil daar in de commissie verder op reageren. Wel wil hij een voorlichtings
plan voor de regeling die wordt uitgevoerd, via de krant, de artsen, bonden van ouderen en
dergelijke instanties. Het college stelt voor met het jeugdhonk naar de sociaal-culturele ruimte te
gaan. Eerst wordt gesproken met Paraisodos en daarna gaat het bestuur van het jeugdhonk praten
met de stichting van het toekomstige sociaal cultureel centrum, want deze stichting beheert het
Klooster. Hij zegt dat de insteek voor het overleg met de provincie op 21 november wat hem
betreft, het zo lang mogelijk zelfstandig wonen van ouderen zal zijn en ook de zorg om te bezien
of er nog subsidie te behalen is in verband met het steunpunt. Ook hij is voorstander van het goed
bekijken van de WVG-regeling en de uitvoering daarvan. Ook aan informatie over die regeling
hecht hij zeer. Voor de mantelzorg gaat zijn aandacht uit naar de RSWO en de vrijwilligers. Op
21 november komt het jeugdhonk weer aan de orde. De gegevens over buitenschoolse opvang wil
hij zo snel mogelijk boven water krijgen.
Wethouder VAN YPEREN wil voor klein chemisch afval, het Kringloopcentrum, de milieustraat
en het grof huisvuil eerst de evaluatie in januari afwachten, zodat een totaal overzicht ontstaat. Hij
wijst op de financiële gevolgen en de tarieven die vastgesteld moeten worden. Na enige discussie
zegt hij alsnog toe een en ander in december aan de orde te zullen stellen. Afwijkingen kunnen
dan via een begrotingswijziging worden doorgevoerd. Over het besloten gedeelte van de volgende
commissie Ruimtelijke Ordening zegt hij, dat dat gaat over de toelichting door de architect. Hij
heeft geen echte bezwaren als de raad dat in het openbaar zou willen doen. Voor de kleine
projecten met betrekking tot de verkeersveiligheid is hij van mening, dat de gereserveerde
50.000,-- voldoende is. Hij licht toe dat er ook nog winst te behalen is uit de herbestratingsgelden.
Vandaar dat hij denkt dat het kostendekkend zal zijn. Hij stelt dat het toepassen van de gemeente
lijke monumentenverordening altijd gebeurt in overleg met de burger. Daarbij staat voor de burger
de volledige beroepsprocedure open. Het opknappen van de Vallei en het Markdal zal nog in
november aanvangen. Ten aanzien van de schotel-suggestie is hij van mening dat dat nog te
beperkt zal blijken te zijn. Het fietspad langs de Mark komt in 1996 aan de orde. Het voetpad
langs de weg van Galder naar Meerseldreef wil hij voor 1997 proberen te plannen. De verkeers-
veiligheidsproblemen wil hij vooralsnog op basis van concrete zaken aanpakken. Hij is geen
voorstander van een uitgebreid plan. Uit praktische en financiële overwegingen kunnen niet alle
problemen in 1996 worden opgelost. Hij wil in onderling overleg bezien welke mogelijkheden er
zijn om het interieur van de boerderij van Sjoke te behouden. Voor de dekking van de natuurplan-
nen is geld beschikbaar voor nieuw beleid en voor beheer. Hij is van mening dat een apart
ontwikkelingsperspectief Nieuw-Ginneken overbodig is, omdat dat volgens hem bestaat uit de
plannen die er al liggen.
De heer VAN GILS zegt dat dat wel zo kan zijn, maar hij mist dan toch een aantal zaken, zoals
de uitbreidingsrichtingen van het dorp.
Wethouder VAN YPEREN denkt dat het maken van uittreksels overbodig is en dubbelop. Hij zegt
toe de suggestie van de heer Van Gils in overweging te nemen en daar in een later stadium op
terug te zullen komen. Om rustgebieden te kweken en natuurontwikkelingsterreinen te maken moet
de auto zoveel mogelijk geweerd worden en toch gezorgd worden voor bereikbaarheid. De
suggestie van de chemo-car wil hij in de toegezegde evaluatie meenemen.
De VOORZITTER geeft alsnog gelegenheid aan de raad om terug te komen op de kwestie van de
WVG. Zij stelt de motie aan de orde.
De heer ZWIJNENBURG zegt tegen de motie te zijn, omdat hij tegen de daarin geschetste
volgorde is. Hij wil eerst plannen maken en vervolgens bij het ontbreken van middelen pas een
beroep doen op reserves, en niet vooraf.