19
Bomen
Het vervangen van een aantal bomen die versleten zijn heeft onze instemming. Bij de keuze van
de nieuwe bomen ligt het voor de hand dit in goed overleg met de bewoners te doen. De
bewoners van de aanliggende woningen wel te verstaan.
HOOFDFUNCTIE 6 SOCIALE VOORZIENINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE DIENST
VERLENING
Bij standsverlening
Mensen die noodgedwongen tijdelijk een beroep moeten doen op de bijstand, en een extra
inspanning leveren de duur daarvan zo beperkt mogelijk te houden, dienen in aanmerking te
komen voor een zo hoog mogelijke uitkering. Dit laatste geldt zeker ook voor de één ouder
gezinnen met jonge kinderen.
Het is naar de mening van het CDA in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de cliënt de
periode zo kort mogelijk te houden. De rol van instanties daarbij is ondersteunend.
Ouderenbeleid
Het beleid, zoals dat door u wordt geformuleerd, kunnen wij in grote lijnen ondersteunen.
Ouderen geven er doorgaans de voorkeur aan in hun eigen omgeving, hun eigen dorp te blijven
wonen. In combinatie met bijvoorbeeld de gedachten over mantelzorg zou hieraan extra aandacht
gegeven moeten worden.
Ten aanzien van de mantelzorg heeft de gemeente een voorwaarden scheppende, cq ondersteunen
de taak, met name waar het gaat over het opleiden van vrijwilligers.
Voor veel ouderen blijkt het pakket beschikbare mogelijkheden niet duidelijk, men weet ook niet
precies waar men terecht moet. Wij vragen u dan ook aan de voorlichting extra aandacht te beste
den.
Jeugdhonk
Nu gesproken wordt over de invulling van de kom van Bavel hebben de gebruikers van het
jeugdhonk er recht op te weten welke alternatieven er zijn voor hun huisvesting. Het toegezegde
gesprek met het bestuur dient dan ook op korte termijn plaats te vinden.
De wet voorzieningen gehandicapten
Evenals bij andere gemeenten zijn de gelden die beschikbaar zijn gesteld ruim voldoende
gebleken. Dat roept vragen op, immers dit is bij zaken die hogere overheden afstoten niet
gebruikelijk. Zij korten doorgaans eerst en verdelen dan. Hoewel de enquête onder de gebruikers
een positief beeld te zien gaf, behoudens de behandelingsduur van sommige aanvragen, moeten
wij ons toch afvragen of wij mogelijk te weinig ruimhartig zijn geweest in de toepassing of dat er
andere oorzaken zijn. Is dat bijvoorbeeld de onbekendheid met de regeling? Is alleen de naam van
de regeling al een te hoge drempel voor sommige mensen?
Wat ons dan interesseert is welke aanvragen geheel of gedeeltelijk zijn afgewezen of slechts tot
een bepaald percentage zijn toegewezen en of wij bij het vaststellen van bijvoorbeeld de vervoers-
vergoedingen te zuinig zijn geweest.
Op de besteding van de overschotten kom ik nog terug.