De terugvordering door SZW heeft de nodige financiële conse quenties voor de gemeente Breda en de randgemeenten Baarle- Nassau, Chaam, Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek, Terheijden en Teteringen Financiële claim Rijk inzake adequate vergoedingenbeleid BSW 1986 tot en met 1991 Uit de jaarrekeningen van de BSW heeft SZW vastgesteld dat over de jaren 1986 tot en met 1991 te weinig aan adequate vergoedin gen is ontvangen. Pas met ingang van het jaar 1992 is op dit punt geheel conform de regelgeving gehandeld en zijn navorde ringen ten aanzien van adequate vergoedingen niet meer aan de orde In de jaren 1986, 1987 en 1988 werd door de BSW verlies gele den. In dit negatief saldo is door de deelnemende gemeenten en het Rijk in de verhouding 20/80 bijgedragen. Ten gevolge van de te betalen adequate vergoedingen wordt het negatieve saldo in deze jaren minder en hebben dus zowel de deelnemende gemeenten als het Rijk te veel bijgedragen wat uiteraard terugbetaald dient te worden. Vanaf 1989 zijn door de BSW batige saldi gerealiseerd, echter de opgebouwde reserves mogen volgens wettelijke bepalingen niet worden aangewend ten behoeve van terugvorderingen door het Rijk. De gelden ten gevolge van de adequate vergoedingen die door SZW worden teruggevorderd dienen in principe terug te vloeien naar het Rijk doch mogen in dit geval ook bestemd worden voor de sociale werkvoorziening, dat wil zeggen voor meer WSW-arbeidsplaatsen en/of verbetering van de infrastruc tuur Eind 1990, begin 1991 is door SZW voor de eerste maal een berekening opgesteld voor wat betreft de navordering over de jaren 1986 tot en met 1988. Deze berekening kwam uit op een bedrag van ruim 4 miljoen gulden. De bedragen voor 1989 tot en met 1991 bedroegen in eerste instantie tezamen 1,1 miljoen gulden, zodat de totale terugvor dering over de genoemde jaren ruim 5,1 miljoen gulden bedroeg. Door BSW Bedrijven Breda zijn toen diverse bezwaren aangetekend tegen deze bedragen en zijn onderhandelingen met SZW gevoerd teneinde de primaire vorderingen terug te brengen. Dit overleg heeft er toe geleid dat door SZW op een aantal objecten het adequate vergoedingenbeleid niet langer is toege past en dat bovendien van gemiddelde tarieven is uitgegaan. Daarnaast is een groot aantal WSW-medewerkers alsnog onderge bracht op zogenaamde niet-geldopbrengende objecten (ngo) hoewel deze kwalificatie volgens de richtlijnen slechts betrek king heeft op objecten en niet op werknemers. Daarnaast is aan SZW verzocht rekening te houden met het feit dat in de sector groenvoorziening in de winterperiode het in zetten van personeel als gevolg van de weersomstandigheden erg moeilijk is en dus geen adequate vergoeding aan de opdrachtge vers gevraagd kon worden. Dit heeft ertoe geleid dat er een correctie van 3 0% op de gemaakte uren is toegepast als zoge naamd "winterwerk" waarop het adequate tarief niet van toepas sing is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 683