9
2
Artikel 2 Uitstroom als arbeidsverplichting niet geldt
Aan de uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 1, sub
e, onder 1 t/m 3, die deeltijdarbeid in dienstbetrekking
verricht en/of arbeid in dienstbetrekking aanvaardt die
leidt tot beëindiging van de bijstand voor minimaal zes
maanden, wordt een premie toegekend.
Artikel 3 Uitstroom als arbeidsverplichting voor het eerst
geldt
2
e. Doelgroep: 1.
3
4
5
6
f. Categoriseren:
g. Trajectplan:
2 Voorwaarden voor het
De uitkeringsgerechtigde ouder met
een volledige verzorgende taak voor
één of meer kinderen, dan wel
pleegkinderen, jonger dan 5 jaar;
De uitkeringsgerechtigde die op
grond van het Besluit van de Minis
ter van Sociale Zaken en Werkgele
genheid van 20 april 1995 is vrij
gesteld van de verplichtingen ex
artikel 113 van de Abw, artikel 35
van de IOAW of artikel 3 6 IOAZ;
De uitkeringsgerechtigde die om
redenen als bedoeld in artikel 107,
eerste lid van de Abw, 36 eerste
lid van de IOAW of artikel 36, eer
ste lid van de IOAZ is vrijgesteld
van de verplichtingen ex artikel
113 van de Abw, artikel 35 van de
IOAW en artikel 3 5 van de IOAZ;
De uitkeringsgerechtigde ouder met
een verzorgende taak voor één of
meer kinderen, dan wel pleegkinde
ren, in de leeftijd van 5 tot 12
j aar;
De partner van de uitkeringsgerech
tigde, die reeds uitkering ontving
op grond van de Algemene Bijstands
wet voor 1 januari 19 96 en waarvoor
met ingang van 1 januari 1996 voor
het eerst de arbeidsverplichting
geldt
De uitkeringsgerechtigde die op
grond van de categorisering is in
gedeeld in categorie 2 of 3
aangeven van de afstand tot de ar
beidsmarkt door het indelen van
uitkeringsgerechtigden in vier ca
tegorieën
een planmatige aanpak, overeengeko
men door de gemeente, het Arbeids
bureau en de uitkeringsgerechtigde,
om de kansen op arbeidsinschakeling
te vergroten.
cht op premie
Aan de uitkeringsgerechtigde als bedoeld in artikel 1, sub
e, onder 4 en 5, die deeltijdarbeid in dienstbetrekking