ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1
Dienstbetrekking
Op grond van wettelijke bepalingen kan geen premie worden ver
strekt indien sprake is van (gedeeltelijke) "uitstroom" naar de
JWG of de Banenpool. Melkert-banen zijn niet van premiëring
uitgesloten. Bij de afweging is besloten de Melkert-banen ook
niet in deze verordening uit te sluiten, omdat voor de leden
van de doelgroep de eerste stap naar een arbeidsplaats de
moeilijkste is en het daarbij geen verschil mag uitmaken of een
reguliere of gesubsidieerde deeltijdbaan wordt aanvaard.
Doelgroepen
Aan de verordening ligt het beginsel ten grondslag dat iedereen
verantwoordelijk is voor de zelfstandige voorziening in het
bestaan en dat daarom slechts uitkeringsgerechtigden van wie
(vooralsnog) niet kan worden gevergd dat zij die verantwoorde
lijkheid (ten volle) op zich nemen middels een "passende"
premie dienen te worden gestimuleerd/gewaardeerd
Het gaat hier in de eerste plaats om de uitkeringsgerechtigden
aan wie (nog) niet de arbeidsverplichting is opgelegd:
a. de ouder met de zorgtaak voor kinderen onder de 5 jaar (1)
b. personen boven de leeftijd van 57% jaar (2)en
c. personen die op individuele basis om redenen van medische,
sociale of andere aard zijn vrijgesteld van die verplich
ting 3
In de tweede plaats betreft het uitkeringsgerechtigden voor wie
de arbeidsverplichting in op grond van de nieuwe Algemene bij
standswet voor het eerst geldt
In de derde plaats gaat het om uitkeringsgerechtigden waarvoor
de arbeidsverplichting geldt en die een grotere afstand tot de
arbeidsmarkt hebben. Dit moet blijken uit indeling in de
categorieën 2 en 3
Tot slot gaat het om uitkeringsgerechtigden die langdurig op
bijstand zijn aangewezen en waarvoor arbeidinschakeling niet
mogelijk is, maar waarvoor het zinvol is om deelname aan maat
schappelijke activiteiten te stimuleren.
Artikel 2, 3, 4 en 5
Hier wordt nader aangegeven aan welke doelgroepen een premie
kan worden toegekend.
Artikel 6
De hoogte van de premie bij deeltijdarbeid is gelijk aan de
premie zoals die op grond van het oude vrijlatingsbepalingen
gold. Voor premies bij gedeeltelijke of volledige uitstroom
geldt overigens een maximum op grond van artikel 43, lid 2, sub
i van de Algemene bijstandswet. Op dit moment is dit maximaal
3.240,-- per jaar.