5.1 Woonkostentoeslagen Op grond van de huidige regels is woonkostentoeslag mogelijk in twee gevallen, a/s algemene bijstand De huidige artikelen 6a. tot en met 6d. BLN regelen de toeslag voor woonkosten, in de situatie waarin de belanghebbende nog geen aanspraak op huursubsidie kan maken. Reden daarvoor is gelegen in de huursubsidiesystematiek, die het recht slechts éénmaal per jaar vaststelt. Een tussentijdse inkomensterugval leidt niet tot herziening van het recht. De bijstand die op grond van die artikelen wordt versterkt, is algemene bijstand. De woonkosten mogen niet hoger zijn dan de maximale huurgrens gebaseerd op de laagste inkomenscategorie voor de Wet individuele huursubsidie. als bijzondere bijstand Daarnaast wordt bijzondere bijstand verstrekt in gevallen, waarin vanwege de hoogte van de huur geen aanspraak op huursubsidie gemaakt kan worden. Als voorwaarde wordt gesteld dat men binnen een jaar moet verhuizen naar woonruimte waarvoor wel huursubsidie mogelijk is. De mogelijkheid om woonkostentoeslag als algemene bijstand te verstrekken komt te vervallen. Alle woonkostentoeslagen worden in het vervolg als bijzondere bijstand toegekend. De gemeente bepaalt echter de voorwaarden en de hoogte. Wij stellen voor om het huidige beleid voort te zetten, met dien verstande dat iedere vorm van woonkostentoeslag als bijzondere bijstand moet worden verstrekt. 5.2 Voormalige één-ouder gezinnen Als het laatste kind van een alleenstaande ouder niet meer tot zijn of haar last komt (bijvoor beeld omdat het inwonend kind studiefinanciering ontvangt), verandert de financiële situatie in dat gezin: de ouder wordt als alleenstaande aangemerkt, waardoor de bijstandsuitkering daalt; hij of zij verliest tevens het recht op kinderbijslag; het kind krijgt daartegenover een eigen inkomen. In veel situaties betekent dit een terugval in het (gezamenlijke) inkomen. De 'Beschik king voormalig één-ouder gezinnen' voorzag in zo'n situatie in een tijdelijke toeslag. Deze toeslag behoorde tot de algemene bijstand. Met het inwerking treden van de nieuwe wet worden alle huidige wettelijke regels ingetrokken. De nieuwe wet kent geen toeslag voor het voormalig één-ouder gezin (voortaan: alleenstaande ouder). Uit de toelichting op het wetsvoorstel blijkt, dat ook deze toeslag onder de werking van de bijzondere bijstand is gebracht. Wij stellen voor om de terugval in inkomsten te compenseren met een toeslag uit de bijzondere bijstand. 5.3 Zelfstandig wonende jongeren De nieuwe wet heeft grote gevolgen voor jongeren tot 18 tot 21 jaar. De genormeerde uitkering is teruggebracht tot het niveau van kinderbijslag. Voor zelfstandig wonende jongeren ligt de uitkering beneden het tot op heden gehanteerde minimum-bestaansniveau. Aanvankelijk was in de wet helemaal geen bijstand opgenomen voor jongeren in deze leeftijd van 18 tot 21 jaar. De reden hiervan was dat jongeren in deze leeftijdscategorie doorgaans geen beroep op bijstand hoeven doen, omdat zij ofwel werken ofwel studiefinanciering ontvangen ofwel recht hebben op kinderbijslag of in aanmerking komen voor een arbeidsplaats op grond van de Jeugdwerkgarantiewet. Nieuw-Ginneken beleid bijzondere bijstand

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1995 | | pagina 706