schetsen. Ik haal een alinea letterlijk naar voren: "Uit het vervolg bleek echter dat bij de afzonderlijke gemeenten, mede tegen de achtergrond van het standpunt van de staatssecreta ris en het inmiddels gestarte proces van herindeling, onvoldoende bereidheid was om bevoegdheden over te dragen aan een eventuele bovenlokale autoriteit." Einde citaat. Ik merk hierbij op dat dit in ieder geval t.a.v. Nieuw-Ginneken niet juist is verwoord. In Nieuw- Ginneken heeft de Raad hier wel degelijk positief op gereageerd. Jammer dat hier een onjuist beeld wordt geschetst. Op pagina 5 is het naar mijn mening nog wat erger. Nadat Provinciale Staten wordt verweten alleen naar de ruimtebehoefte van Breda te hebben gekeken en niet naar andere argumenten zoals maatschappelijke verwevenheid, draagvlak voor de Bredase centrumvoorzieningen, de bestuurlijke eenheid en samenhang volgt de volgende alinea. Ik citeer: "Gelet op de sociaal-maatschappelijke en geografische samenhang behoort het gebied Dorst duidelijk bij Breda. Ondanks het feit dat er goede argumenten zijn voor het samenvoegen van Dorst met Breda heeft Breda terwille van de goede verhoudingen in de regio ingestemd met een compromis met Ooster hout, waarbij slechts een klein deel van dit gebied aan Breda wordt overgedragen. Hierdoor is de verdere ontwikkeling van het voor Breda uiterst belangrijke bedrijventerrein Hoogeind mogelijk." Einde citaat. Mevrouw de voorzitter, de logica ontgaat mij nu volledig. Oosterhout gaat akkoord met een grenscorrectie bij Dorst t.b.v. een bedrijventerrein en Dorst blijft bij Oosterhout, Nieuw-Ginneken gaat akkoord met grenscorrecties t.b.v. het realiseren van woningbouw en dient in zijn geheel aan Breda te worden toegevoegd. De geciteerde alinea zou met vervanging van de namen van de gemeenten, dus ook voor Nieuw-Ginneken kunnen, nee, moeten gelden. Hier wordt met twee maten gemeten. Wat heeft Oosterhout hierover te melden: Oosterhout is de tweede stad binnen de Baronie van Breda en heeft een schaal, functie en bestuurskracht, welke past binnen de heringedeelde regio. De optimale omvang en samenstelling van Oosterhout wordt onder meer bepaald door de centrale stad (Oosterhout dus), met daarbij de drie kerkdorpen Dorst, den Hout en Oosteind. Met Breda als centrale stad bestaat er een soort van evenwicht en taakverdeling binnen de regio. Een belangrijke uitbreiding van Breda kan een (relatieve) verzwakking en daarmee een andere functie en positie van Oosterhout tot gevolg hebben. Om die positie in de regio te kunnen handhaven, dient bij uitbreiding van Breda, Oosterhout evenredig te worden vergroot. Het streven van Oosterhout is vrijwel uitsluitend gericht op het behoud van de huidige omvang van de gemeente Oosterhout. Ik citeer nu letterlijk: "In dit kader is er op 22 juni 1993 tussen de colleges van Oosterhout en Breda een convenant gesloten over de toekomstige ligging van de gezamenlijke gemeentegrens aan de west- en zuidzijde van het Oosterhoutse kerkdorp Dorst. Door het afsluiten werd feitelijk ook op ondubbelzinnige wijze vastgelegd, dat Breda geen aanspraak zal maken op het kerkdorp Dorst." Mevrouw de voorzitter, hier staat nogal wat. Twee gemeenten maken op collegeniveau afspraken, sluiten een convenant. Dat moet natuurlijk kunnen, maar als Breda elders argumenten gebruikt als sociaal-maatschappelijke samenhang en (ftnancieel-)draagvlak, hetgeen overigens een inmiddels achterhaald motief is in het licht van de financiële verhoudingswet, heeft zo'n convenant wel rechtstreeks gevolgen voor de overige regiogemeenten. En dat kan niet. De gehele inhoud van het convenant is niet bekend. Jammer, want dat zou duidelijkheid kunnen scheppen over de verdere afspraken en speculaties daarover kunnen voorkomen. Twee zaken zijn voor mij helder: Breda heeft de eigen argumenten door het sluiten van het convenant flink op de tocht gezet.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 107