3
Artikel 5
1. De commissie beraadslaagt over alle aangelegenheden van algemeen belang voor de
rechtstoestand van de ambtenaren met inbegrip van de algemene regels volgens welke
het personeelsbeleid zal worden gevoerd, voor zover het verband houdt met de
voorbereiding of uitvoering van de samenvoeging.
2. Onder de in lid 1 bedoelde aangelegenheden dient ondermeer te worden verstaan:
samenvoegingsbeleid, rechtspositionele en bezoldigingszaken, ontwikkeling van de
nieuwe organisatiestructuur, waaronder vaststelling organisatieschema, functies,
functiewaarderingsprocedureinpassingsprocedure
Artikel 6
Besluiten omtrent de in artikel 5 bedoelde onderwerpen worden door het Bestuurlijk
Overleg niet genomen, noch voorstellen daaromtrent aan het nieuwe bevoegde gezag
gedaan, dan nadat daarover in de commissie overeenstemming is bereikt.
Artikel 7
1. De commissie, alsmede de vertegenwoordiging van de organisaties, is bevoegd
aangaande de in artikel 5 bedoelde onderwerpen voorstellen te doen aan de Colleges
van B&W.
2. Heeft een voorstel betrekking op onderwerpen, behorende tot de bevoegdheid van het
College van B&W, dan neemt deze daaromtrent een besluit. Behoort een voorstel tot
de bevoegdheid van de gemeenteraad dan brengt het College van B&W het voorstel,
voorzien van hun advies, in elk geval ter kennis van de gemeenteraad indien uit het
voorstel de eenstemmige wens van de vertegenwoordiging van de organisaties daartoe
blijkt.
3. De besluiten, die naar aanleiding van voorstellen van de commissie worden genomen,
worden aan de vertegenwoordiging van de organisaties en aan de hoofdbesturen van
de vertegenwoordigde organisaties medegedeeld.
Artikel 8
1De commissie kan, indien dit voor de behandeling van een bepaald onderwerp nodig
wordt geacht, een subcommissie instellen, bestaande uit door haar aan te wijzen
voorzitter en leden.
2. De secretaris van de commissie is tevens secretaris van de subcommissie. Hij kan zich
doen bijstaan of vervangen door degene die ingevolge artikel 4, lid 2, ter beschikking
staan.
3. Het bepaalde in artikel 12 is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk 4. Vergaderingen.
Artikel 9
1De commissie vergadert indien de voorzitter dit nodig oordeelt op, in overleg met de
leden, door hem te bepalen tijdstippen. Er zal zoveel mogelijk een vergaderschema
worden aangehouden.
2. Voorts belegt de voorzitter een vergadering indien tenmiste drie leden van de commis
sie hem dit schriftelijk met opgaaf van redenen verzoeken en wel uiterlijk binnen tien
werkdagen na ontvangst van het verzoek.