Artikel 15
Het in de vergadering behandelde wordt zakelijk weergegeven in de notulen, die zo
spoedig mogelijk in afschrift aan de leden worden gezonden.
Hoofdstuk 5. Geschillenregeling.
Artikel 16
Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:
de deelnemers aan het overleg
de vertegenwoordigingen als bedoeld in artikel 2 van deze verordening;
de Advies- en Arbitragecommissie
de Lokale Advies- en Arbitragecommissie ingesteld door het College voor Arbeidsza
ken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
Artikel 17
De artikelen 18 tot en met 22 van deze verordening zijn slechts van toepassing op
geschillen inzake aangelegenheden als bedoeld in artikel 5, lid 1.
Artikel 18
Indien een of meer van de deelnemers aan het overleg tijdens het overleg tot het oordeel
komen dat dit overleg niet zal leiden tot een uitkomst die de instemming van alle deelne
mers aan het overleg zal hebben, brengen zij dat oordeel binnen zes dagen, nadat zij
daarvan in het overleg blijk hebben gegeven, schriftelijk ter kennis van de overige
deelnemers aan het overleg.
Artikel 19
1. Binnen tien dagen na de kennisgeving bedoeld in het vorige artikel schrijft de
voorzitter een vergadering van het BGO uit. De vergadering moet worden gehouden
binnen zeven dagen nadat deze is uitgeschreven.
2. Tenzij door de commissie wordt besloten het overleg voort te zetten dan wel te
beëindigen, wordt in de vergadering nagegaan of overeenstemming bestaat over de
vraag wat het onderwerp en de inhoud van het geschil is en of een oplossing van dat
geschil zal worden gezocht door middel van voortzetting van het overleg nadat het
advies is ingewonnen van de Advies- en Arbitragecommissie dan wel door onderwer
ping van het geschil aan een arbitrale uitspraak van die commissie.
3. Tot het inwinnen van advies zijn - ieder voor zich - de vertegenwoordiging van het
gemeentebestuur en de vertegenwoordiging der organisaties bevoegd.
4. Voor onderwerping van het geschil aan arbitrage is overeenstemming vereist tussen
alle deelnemers aan het overleg.
Artikel 20
1. Binnen zes dagen na de vergadering bedoeld in artikel 19, lid 1 wordt het verzoek om
advies ter kennis gebracht van de voorzitter van de Advies- en Arbitragecommissie.
Het verzoek wordt ondertekend door de deelnemers aan het overleg die zich voor
inwinning van het advies hebben uitgesproken en bevat tenminste het onderwerp en de
inhoud van het geschil.
Indien in de vergadering bedoeld in artikel 19, lid geen overeenstemming is bereikt
tussen alle deelnemers aan het overleg over de vraag wat het onderwerp en de inhoud
van het geschil is. brengen de overige deelnemers aan het overleg hun visie op het