NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD D.D. 2 APRIL 1996 Aanwezig: de leden van de raad: mevrouw C.A.M. Kolen en de heren C. Adriaansen, C.G.M. Geerts, H.M.C.J. van Gils, A.P.M. Goos, B.C. Martens, H.H.M. Platzbeecker, G. Posthuma, C.A.J, van de Put, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen, W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg; Afwezig met kennisgeving: de heer J.C. van der Westerlaken; Voorzitter: A.T.J. Bax-Broeckaert; Secretaris: J.G. Coppens. 1. OPENING EN AANWIJZING VOORSTEMMER. De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Bij loting wordt de heer Rops als voorstemmer aangewezen. Bericht van verhindering is ontvangen van de heer Van der Westerlaken. 2. NOTULEN VAN DE RAADSVERGADERING VAN 27 FEBRUARI 1996. Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen vastgesteld. 3. INGEKOMEN STUKKEN. De heer GOOS vraagt met betrekking tot punt F of het inderdaad zo is dat in het verleden verlangde eigen bijdragen in het kader van de WVG worden terugbetaald, en zoja, of dat dan conform het verzoek van de SP is en met terugwerkende kracht tot 1-4-1994. Wethouder ROPS merkt onder verwijzing naar de B&W-stukken op, dat er reeds aan 11 personen een teruggave is gedaan met terugwerkende kracht tot 1-4-1994. De teruggave van 9.500,— betreft alleen rolstoelen. Aan aanpassingen is maar heel weinig bijbetaald, maar ook die zullen nog worden bekeken. De heer PLATZBEECKER merkt ten aanzien van punt C op dat hij zich lichtelijk gestoord heeft aan de van Breda ontvangen brief, waarin gesproken wordt van een gepasseerd station etc. Hij stelt er prijs op hier openlijk naar voren te brengen dat hij dit ziet als een blijk van arrogantie. De VOORZITTER zegt dat het college die opmerking ten zeerste deelt. Ten aanzien van de overige ingekomen stukken wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING OVERLEGVERORDENING BIJZONDER GEORGANISEERD OVERLEG. De heer GEERTS constateert dat er op bladzijde 3, artikel 7 lid 2 iets ingewikkelds staat, wat volgens hem niet klopt. Het lijkt hem niet logisch dat wanneer een voorstel tot de bevoegdheid van de gemeenteraad hoort, dat alleen maar ter kennis gebracht wordt van de raad. Zo staat het er echter wel.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 188