LAAR AAN DE HEER EN MEVROUW KRAMER - VAN DER VEEKEN TE
BA VEL.
De heer VAN DE PUT is van mening dat hier sprake is van een bijzonder aantrekkelijke locatie.
Het perceel zou zijns inziens het dubbele kunnen opbrengen. Hij vindt dat als de gemeente dit
pand met die oppervlakte voor deze prijs verkoopt, er grofweg een half miljoen gulden cadeau
wordt gedaan.
De VOORZITTER betwijfelt of de heer Van de Put wel over het juiste gedeelte van het pand
praat.
Wethouder VAN YPEREN antwoordt dat de in het voorstel genoemde prijs ook te maken heeft
met de geschiedenis. Overigens praten we over een oude woning waar het nodige aan moet
gebeuren. De prijs is ten eerste gebaseerd op de bewoonde situatie; ten tweede op de kwaliteit van
het huis en ten derde op de geschiedenis. Zoals bekend is hier een procedure bij de rechtbank aan
voorafgegaan en het college heeft de euvele moed niet om de prijs, die jaren geleden al is
vastgesteld en nu door de rechter als basisprijs wordt gehanteerd, opnieuw ter discussie te stellen.
Ook is het hem heel wat waard de zaak eindelijk afgerond te hebben. Tenslotte heeft die al geld
genoeg gekost.
De heer VAN DE PUT begrijpt dat het college niet anders kan en legt zich dus daarbij neer.
Wethouder VAN YPEREN wijst erop dat het college in volle vrijheid handelt. Los van de
economische waarde, spelen hier andere waarden een rol. Zonder daartoe gedwongen te zijn,
maar wel om die reden ligt er dit voorstel.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
18. VOORSTEL TOT HET AANVAARDEN VAN EEN SCHENKING.
De VOORZITTER stelt voor het door de heer F. Sluijters geschonken kunstwerk te aanvaarden,
zodat de hele gemeenschap ervan kan genieten.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
19. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR
DE VERVANGING VAN DE UITRUKKLEDING EN HELMEN VOOR DE VRIJ
WILLIGE BRANDWEER.
De VOORZITTER zegt dat het hier een nagezonden voorstel betreft dat nog niet in de commissie
is besproken. In verband met de urgentie wordt het toch vanavond aan de raad voorgelegd.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
20. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
De VOORZITTER stelt vast dat er geen schriftelijk vragen zijn.
De heer MARTENS wil met goedvinden van de voorzitter toch even reageren op het college-
antwoord op een eerdere schriftelijke vraag. Dat antwoord valt in wezen uiteen in twee delen. Met
het deel waarvan het college voorstelt dat in de commissie ABAM verder te behandelen, kan hij
akkoord gaan. Het andere deel van het antwoord verbaast hem echter zeer. Wanneer er door de
inspecteur van dienst criteria worden gehanteerd, dan zouden die toch van te voren bekend moeten
zijn, zeker bij de organiserende vereniging. Dat bleek echter niet het geval. Afgezien daarvan