De heer ZWIJNENBURG is blij met die toelichting, want de uitnodiging was alleen gericht aan
de leden van VROM.
Wethouder VAN YPEREN wil dat wijzigen, omdat ook zaken met betrekking tot de kom aan de
orde komen. De raad krijgt daarover nog een aanvullend schrijven. Voorts wil hij bekijken of een
andere datum mogelijk is. Zijn programma is echter druk bezet en bovendien is hij gebonden aan
een bepaalde volgorde.
De VOORZITTER concludeert dat de datum voorlopig 9 mei blijft. Mocht een verandering
mogelijk zijn, dan hoort de raad dat.
De heer POSTHUMA herinnert aan de bij de algemene beschouwingen gedane toezegging om de
WVG-verordening nog eens tegen het licht te houden. Hij vraagt of daar inmiddels iets aan
gebeurd is.
Wethouder ROPS zou de verordening graag zo laten. Zou de raad erop staan dat het college zijn
toezegging gestand doet, dan zal het alsnog gebeuren. Hij wijst op het vele werk dat daaraan
vastzit, alsook op het feit dat de verordening zeer ruimhartig wordt toegepast.
De heer POSTHUMA is enigszins verbaasd. De raad moet er toch op kunnen vertrouwen dat een
toezegging wordt nagekomen. Zouden er redenen zijn om daarvan af te wijken, dan mag toch
verwacht worden dat het college daarmee naar de raad komt. Hij acht het niet verstandig nu direct
het standpunt van de raad daarover te vragen, maar verzoekt het college dit punt toch even in de
commissie Welzijn te brengen.
De VOORZITTER had hetzelfde willen voorstellen en gaat akkoord met die suggestie.
De heer WILLEMSEN heeft gelezen dat Rijsbergen de HSL op de stoep van Nieuw-Ginneken wil
leggen. Hij vraagt wat het college kan doen om die trein toch weer naar de Rijsbergse kant te
brengen.
Wethouder VAN YPEREN gunt de gemeente Rijsbergen van alles, maar heeft toch de indruk dat
de bezwaren van Rijsbergen te laat komen en dus ook niet gehonoreerd zullen worden. Zoals de
plannen nu liggen, wordt Nieuw-Ginneken slechts zijdelings met de HSL geconfronteerd. Het gaat
voor onze gemeente pas spelen wanneer de argumenten van Rijsbergen zouden worden gehono
reerd. Op dit moment wil hij er nog maar niet op reageren.
De heer PLATZBEECKER heeft enige tijd geleden reeds aandacht gevraagd voor de problematiek
in de Pekhoeve, vooral met betrekking tot de plaats van de biljarts. Onlangs heeft hij vernomen
dat er acute maatregelen getroffen zijn om te voorkomen dat het balkon, compleet met biljarts en
spelers, naar beneden zou komen. Kan het college iets meer vertellen over de verdere ontwikke
lingen?
Wethouder ROPS acht de verhalen omtrent de Pekhoeve lichtelijk overdreven. Er is inderdaad
gestut, niet mooi, maar wel noodzakelijk. Deskundigen hebben inmiddels uitgemaakt dat er toch
heel wat gaande is. Degene die voor de fout verantwoordelijk is, heeft zich dat ook aangetrokken
en heeft toegezegd een en ander in orde te zullen maken, waarschijnlijk door middel van een
onzichtbare stalen constructie. Het euvel is daarmee echter niet geheel verholpen. De trillingen
blijven, omdat hout nu eenmaal blijft werken, of je er nu staal in verwerkt of niet. Het gevaar van
doorzakken is wel voorbij. Aan een oplossing voor de biljarts wordt nog gewerkt.
De heer PLATZBEECKER vraagt wanneer de wethouder daarmee naar buiten denkt te kunnen
komen.
11
