De opmerkingen van dhr. J. van Zwieten worden voor kennisgeving
aangenomen. Voorzover zij aangemerkt kunnen worden als bezwaren
die voortvloeien uit zijn ingediende schriftelijke zienswijze,
dienen zij naar onze mening ongegrond verklaard te worden.
d. Bij schrijven van 12 februari 1996, ingekomen 21 februari
1996, heeft dhr. M.C.G.M. Heijblom, de eigenaar van camping
"Bosweelde"Geersbroekseweg 3, 4851 RD Ulvenhout een
schriftelijke zienswijze doen toekomen aan uw gemeenteraad.
Op de hoorzitting van 19 maart 1996 heeft de vertegenwoordi
ger van de Recron, namens de heer M. Heijblom het woord
gevoerd
Dhr. M. Heijblom constateert, dat sedert de vaststelling van
het bestemmingsplan "Buitengebied" in 1980 de druk op het
buitengebied eerder is toe- dan afgenomen. Daarom gelden de in
1980 geformuleerde beleidsuitgangspunten zoals o.a. het feit,
dat uitbreiding van de verblijfsrecreatie met name ongewenst is
vanwege de extra druk op de natuurgebieden, nog onverkort. Dhr.
M. Heijblom acht het beter om het resultaat van de gemeentelij
ke herindeling af te wachten voordat overgegaan wordt tot het
al dan niet vaststellen van het bestemmingsplan "Kampeerhoeve
De Oude Beekhoek". Naar de mening van dhr. M. Heijblom zijn er
onvoldoende financiële als juridische zekerheden ingebouwd om
tot vaststelling van het onderhavige bestemmingsplan te komen.
Een schriftelijke privaatrechtelijke overeenkomst wordt ge
bruikt om publiekrechtelijke zaken te regelen. Ook wordt er
geen mededeling gedaan of er voldoende subsidie beschikbaar is
om uitvoering te geven aan de privaatrechtelijke overeenkomst.
Dhr. M. Heijblom stelt vraagtekens met betrekking tot hetgeen
in het concept van de "Nota gemeentelijk beleid verblijfsrecre
atie" is gesteld in relatie tot het ontwerp van bestemmingsplan
"Kampeerhoeve De Oude Beekhoek". In het concept van de "Nota
gemeentelijk beleid verblijfsrecreatiekrijgt immers geen
enkel agrarisch bedrijf eenzelfde mogelijkheid als de familie
RopsOp geen enkele wijze is in de voorschriften van het
bestemmingsplan geregeld, dat de verblijfsrecreatie beperkt
blijft tot het zomerseizoen. Naar de mening van dhr. M. Heij
blom zal in ieder geval de kampeervergunning hierin dienen te
voorzien. Dhr. MHeijblom kan zich niet vinden in de wijze
waarop het aantal kampeerplaatsen van 60 is gemotiveerd. Dhr.
M. Heijblom besluit zijn opmerking, dat zijn camping gedurende
de afgelopen 5 jaar een gemiddelde bezetting van 110 vaste
verblijfsplaatsen heeft, bij een capaciteit van 150. In een
eventuele behoefte van 40 plaatsen kan bij dhr. Heijblom dus
worden voorzien en behoeft "Kampeerhoeve De Oude Beekhoek" geen
mogelijkheid tot uitbreiding te krijgen.
Reactie
De PPC heeft in de vergadering van 10 januari 1996 geadviseerd
om het plan verder in procedure te brengen, zonder verder enige
op- of aanmerking te maken. Dat wil zeggen dat de PPC kan in
stemmen met de verwerking van de opmerkingen die zij in eerdere
instantie bij haar principe-uitspraak van december 1994 heeft
gemaakt. Bovendien moet opgemerkt worden, dat als vorm van com
pensatie voor de bedrijfsontwikkeling een bepaalde mate van
6