koehandel gaat ontstaan, waarbij bepaalde delen van onze gemeente al dan niet als wisselgeld
worden ingezet. Hij vraagt het college daar met name zeer waakzaam voor te zijn en daar waar
mogelijk bij te sturen.
De VOORZITTER merkt in de richting van de heer Geerts op dat de stukken ter kennisname aan
de raad zijn gestuurd, omdat het hier vragen van Tweede Kamer-leden betreft, gericht aan de
staatssecretaris of aan de provincie. Die vragen zijn inmiddels beantwoord en door de staatssecre
taris van commentaar voorzien. Het lijkt haar goed ook die stukken zo snel mogelijk ter
kennisname aan de raad te zenden, zodat vervolgens bekeken kan worden aan welke voor de
gemeente relevante punten nog aandacht besteed dient te worden. De antwoorden van de staats
secretaris op de vragen door de vaste kamercommissie zullen door het college dus nog zeer
zorgvuldig bekeken worden.
De heer ZWIJNENBURG reageert naar aanleiding van de vraag van de heer Geerts. Hij is van
mening dat het college op dit moment beperkte mogelijkheden heeft om iets te doen en dat de in
de Tweede Kamer vertegenwoordigde partijen nu hun kansen moeten waarmaken. Wij moeten
proberen datgene wat wij nog op ons hart hebben langs die kanalen kwijt te raken, teneinde op die
manier het proces te beïnvloeden.
De heer GEERTS merkt voor de duidelijkheid op dat het een het ander niet hoeft uit te sluiten.
De VOORZITTER zegt het zeer correct te vinden als raadsleden hun politieke kanalen aanboren.
Dat kan onze eigen acties alleen maar ondersteunen.
De heer POSTHUMA onderschrijft de opmerking van de heer Zwijnenburg en is van mening dat
er op dat terrein al het een en ander gebeurt.
De VOORZITTER acht het zinvol de komende weken nog maar even alle registers open te
trekken. Dat laat echter onverlet dat ook het college er nog zorgvuldig naar zal kijken.
Wethouder ROPS antwoordt richting de heer Goos dat het college ten aanzien van punt m.
eigenlijk geen mening heeft. Hij wil het graag laten bij de opmerking dat de sportzender
kostenverhogend werkt en dat het college daar niet echt vóór is.
De VOORZITTER licht toe waarom punt II.p. in handen gesteld wordt van het college ter
voorbereiding van nadere voorstellen. De betreffende verzoeken kwamen niet op tijd binnen voor
de afgelopen commissievergadering en worden derhalve naar de junivergadering verschoven.
Ten aanzien van de overige ingekomen stukken wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE 20e BEGROTINGSWIJZIGING 1996
MET BETREKKING TOT AANPASSING VAN DE GEWONE DIENST.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
5. VOORSTEL TOT HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN EEN KREDIET VOOR
DE FINANCIERING VAN EEN PC-PRIVé-PROJECT.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.