Lokale Omroep in oprichting Nieuw-Ginneken, kortweg LONG genaamd, zich had gewend tot het
Commissariaat van de Media, met het verzoek om toewijzing van zendtijd, heeft het Commissari
aat aan de raad van Nieuw-Ginneken verzocht advies uit te brengen. In de B&W-vergadering van
9 april jl. heeft de meerderheid van uw college besloten aan de raad voor te stellen om een nega
tief advies uit te brengen, in tegenstelling tot een ambtelijk advies, voor de duidelijkheid. Uw
argumenten hiervoor waren tweeledig, enerzijds op grond van een representativiteit van de
programmaraad en anderzijds vanwege bestuurlijke overwegingen in het kader van de herindeling.
Mijnheer van de Put heeft dit onder andere zojuist ook genoemd. Naar de opvatting van onze
fractie geldt dat voor beide aspecten het een te rechtvaardigen besluit was. Daarna echter gebeurt
er van alles. Zowel van ambtelijke zijde, alsmede van LONG, wordt zwaar geageerd tegen het op
bestuurlijke gronden, de herindeling, negatief advies. Slechts de beoordeling van de representativi
teit zou aan de orde mogen zijn. Dit blijkt uit diverse berichtgevingen, noodkreten en dergelijke.
De meerderheid van het college blijft echter bij het eerder ingenomen standpunt en ook de
commissie Welzijn steunt, ondanks het verwarrende optreden van de voorzitter, uw visie. Als
ondertussen als het ware onder het motto 'U vraagt en wij draaien' de aanvullingen van de
programmaraad ons rond de oren vliegen, dan vragen we ons af wat gebeurt hier. Als u
representativiteit wilt, lijkt de vraag, dan zegt u maar wat u wilt, gemeente, wat u daaronder
verstaat, en dan kunt u het krijgen, want hoe dan ook zal het argument van de representativiteit
ondergraven moeten worden; dat mogen wij niet gebruiken. Wie er allemaal meespelen in dit spel,
is ons onduidelijk, maar soms hadden wij het gevoel dat er ergens al een programmaleider c.q.
regisseur aangetreden was. En nu, mevrouw de voorzitter, hoe horen wij te oordelen? Wat is de
rol van de gemeenteraad in deze? Nou, het is inderdaad zo dat de beoordeling van die representa
tiviteit in een normale procedure een centrale rol speelt en moeten wij dan over deze lijst,
voorzien van namen van gerespecteerde burgers en een eventuele achterban negatief oordelen? Dat
lijkt wel moeilijk, want spreken we dan ook niet een oordeel uit over deze burgers? We zijn in
een lastig parket gebracht, letterlijk. Toch zijn wij, en daar ga ik ook niet heel diep op in, maar
ook wij zijn van mening dat er vraagtekens te zetten zijn bij die representativiteit van die pro
grammaraad, en met name de wijze waarop op het laatste moment die raad nog aangevuld is.
Mijnheer Posthuma heeft daar voor een stuk ook al naar verwezen met betrekking tot het wel of
niet vertegenwoordiger zijn van die achterban. Dat doet die twijfel versterken. Maar mevrouw de
voorzitter, de beoordeling van die representativiteit is naar onze opvatting niet alleen beperkt tot
die programmaraad, ook de initiatiefnemers kunnen hierop beoordeeld worden. De brief van het
Commissariaat voor de Media d.d. 27 februari geeft dit zelfs aan. Gezien de huidige informatie,
onder andere verkregen uit de mondelinge toelichting in de commissie Welzijn, zijn wij van
mening dat er grote twijfels zijn bij de betrokkenheid van de initiatiefnemers bij de lokale
gemeenschap. Het zullen ongetwijfeld goede radiomakers zijn, maar mensen, het is en blijft een
initiatief van buitenaf en voor ons is niet aangetoond hoe zeer zij betrokken zijn bij deze
gemeenschap. Mevrouw de voorzitter, dus ook al zou het alleen gaan over die representativiteit,
dan kunnen wij de meerderheid van uw college volgen en in die zin steunen wij het raadsvoorstel.
Maar, mevrouw de voorzitter, naar onze mening ontbreekt er nadrukkelijk iets aan uw raadsvoor
stel. De goede lezer had al gezien dat de argumenten van de meerderheid van het college,
namelijk de representativiteit en het bestuurlijk argument, dat er slechts in het stuk alleen maar
aandacht wordt besteed aan die representativiteit. Het bestuurlijk oogpunt is verdwenen. Zou
daarmee impliciet erkend moeten worden, zoals ook op bladzijde 2 van het stuk staat, dat de
herindeling als zodanig bij het Commissariaat voor de Media geen enkele rol zou spelen? Het lijkt
erop. Mevrouw de voorzitter, omdat die opvatting juist vanuit bestuurlijk oogpunt ons vanaf het
eerste moment een beetje raar over is gekomen, hebben wij het initiatief genomen om ons nader te
informeren over deze kwestie. Wij hebben telefonisch contact gehad met de VNG en daarna met
het Commissariaat voor de Media en uit het contact is gebleken dat juist op die momenten dat
herindeling in een beslissende fase lijkt te zijn, het Commissariaat voor de Media zeer terughou
dend is bij het opstarten van een procedure waar wij nu in zijn verzeild. Dit betreft nadrukkelijk
als het gaat om een nieuwe omroep. Herindeling speelt dus, indien bekend bij het Commissariaat
voor de Media, wel degelijk een rol, in tegenstelling tot datgene wat tot heden is aangegeven. Ter
bevestiging van dit standpunt heb ik hedenmiddag een door de Commissaris die belast is met