Wethouder VAN YPEREN wijst erop dat het voorliggende bestemmingsplan op zichzelf staat en
als een zelfstandige eenheid binnen alle bestemmingsplannen in Nieuw-Ginneken beschouwd moet
worden. De nota die bij het volgende onderwerp aan de orde komt gaat over alle zaken, met
uitzondering van die gedeelten waar juist een bestemmingsplan over is vastgesteld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
9. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE "NOTA GEMEENTELIJK BELEID
VERBLIJFSRECREATIE"
De heer ZWIJNENBURG vraagt of hetgeen er op pagina 7 staat over de "Oude Beekhoek" het
zojuist beslotene volledige afdekt. Zo niet, dan moet de tekst hier misschien wat aangepast
worden. Ten aanzien van pagina 7, Oude Beekhoek, kamperen bij de boer binnen het agrarisch
bouwblok, vrijstelling voor 10 eenheden tijdens het zomerseizoen etc., denkt hij dat het bestem
mingsplan iets meer ruimte biedt. Het college heeft echter meer mogelijkheden om dat te bekij
ken.
De VOORZITTER stelt dat dat er ingekomen is omdat het college niet vooruit kon lopen.
De heer ZWIJNENBURG merkt op dat het precies geklopt zou hebben als de voorstellen in
omgekeerde volgorde waren geagendeerd.
De heer WILLEMSEN gaat in grote lijnen accoord met het collegevoorstel, op één paragraaf na,
te weten die over de legale en illegale recreatiewoningen rond de Galderse Meren. Zijn fractie is
van mening dat dit punt een zorgvuldiger behandeling vraagt en als zodanig hier niet thuishoort.
De gemeente stelt voor op de illegale woningen en optrekjes in dit gebied een uitsterfregeling van
toepassing te verklaren. Daarin zit volgens hem een grote onrechtvaardigheid. Onder andere van
de VNG heeft hij begrepen dat de uitsterfregeling in grote delen van het land nog helemaal niet
bekend is. Hij vindt dat bij deze zaak twee aspecten spelen: een planologisch en een menselijk
aspect. Met name ten aanzien van het planologisch aspect vraagt hij zich af wat we nu eigenlijk
van plan zijn met dat gebied. Het betreft hier 39 recreatieverblijven, waarvan er 16 legaal zijn en
de rest illegaal. Zou je in dit gebied de uitsterfregeling echt goed toepassen, dan zouden woningen
bij sterven of vertrekken van de bewoners afgebroken moeten worden. Gezien het feit dat er onder
andere prachtige bungalows staan, betekent dit een grote kapitaalvernieting. Hij vraagt zich
bovendien af of het afbreken daarvan in deze tijd zomaar kan. Hij wijst erop dat het hier ook
particulier terrein betreft, waarop de gemeente geen enkele invloed heeft. Na de afbraak kun je op
de grond hooguit bomen planten, waar dan alleen de legale bewoners van kunnen genieten, want
de openbare wandelpaadjes die er vroeger waren zijn intussen allemaal verdwenen. Dus ook de
gemeente heeft er in dat opzicht helemaal niets aan. Met betrekking tot het menselijk aspect wijst
hij erop dat een aantal illegale bewoners, dat er al zo'n 30-40 jaar woont, sinds 1974 in grote
onzekerheid leeft. In dit jaar werd hun van de zijde van de gemeente schriftelijk meegedeeld dat
er binnen 3 maanden gesloopt moest worden. Die mensen weten niet waar ze aan toe zijn. Als
raadslid meent hij dat we hier niet menselijk bezig zijn. Inmiddels is een aantal woningen gelega
liseerd. Hij vraagt zich daarbij af op welke grond dat is gebeurd. Hij noemt een voorbeeld van
een woning die niet gelegaliseerd is en dat waarschijnlijk ook nooit zal worden, maar desondanks
nooit afgebroken zal worden. Die woning is namelijk eigendom van een stichting en de kans dat
die uitsterft is erg klein. Vervolgens noemt hij de naam van een Belgische eigenaar die op grond
van een ambtelijke mondelinge toezegging legaal is.
De heer GEERTS protesteert tegen het noemen van persoonlijke gegevens in deze raad. Natuurlijk
mag de heer Willemsen voorbeelden noemen, maar hij dient de privacygevoelige elementen
erbuiten te laten.