Vervolgens verleent de VOORZITTER het woord aan de heer B.M. van OERS, loco-secretaris,
die namens het personeel spreekt.
Sjef, Joke, kinderen, geachte aanwezigen
Sjef, want zo mag ik je na een jarenlange samenwerking ook in dit gezelschap wel aanspreken, als
loco-secretaris van deze gemeente wil ik je namens de medewerkers van harte feliciteren met je
benoeming tot ere-burger van deze gemeente.
Die hoogste onderscheiding van deze gemeente is een terechte waardering voor je inzet gedurende
die veertig jaar.
Ik ken je goed genoeg om te durven stellen dat je in deze eer ook het personeel wil laten delen.
Een secretaris kan niet goed functioneren zonder een goede relatie met zijn personeel Ik kom daar
later op terug.
Sjef, samen hebben wij onze eerste schreden op onze ambtelijke loopbaan gezet in het oude
raadhuis aan de Raadhuisstraat in 't Ginneken. Toen ik daar een paar jaar later dan jij binnen
kwam als volontair vervulde jij nog je militaire dienstplicht. De Gemeentekrant memoreerde het
al, de werkwijze en de sfeer daar was uniek. Natuurlijk was het een andere tijd - we spreken over
eind jaren vijftig begin jaren zestig - maar soms mag je graag nostalgisch terugdenken aan de
kleinschalige en amicale sfeer met een totaal aantal medewerkers dat de vijftien niet overschreed.
Niet zo zakelijk en minder jachtig als tegenwoordig.
In het nieuwe gemeentehuis trokken wij - toen de heer Bossink secretaris Van Zwol opvolgde -
gezamenlijk op. Jij als hoofd Financiën en ondergetekende, komende van de gemeente Breda, na
een kleine reorganisatie als Hoofd Algemene-, Sociale- en Interne Zaken en de heer Dekkers en
later de heer Van Damme als hoofd Openbare Werken. Toen al tekende zich een andere
werkwijze in het lokale bestuur af in het verlengde daarvan ook in de richting van de medewer
kers. Steeds meer zaken vroegen om een strakkere beleidsmatige aanpak, het fenomeen inspraak
deed zijn intrede en meer in jouw richting betekende dat ook het ontwerpen van beleids- en
investeringsplannen voor de korte en langere termijn. Het moge algemeen bekend zijn dat het
onderdeel Financiën bij jou in uitstekende handen was.
Vierendertig jaar was jij op een creatieve wijze verantwoordelijk voor een evenwichtig financieel
beleid en steeds, ik meen op één keer na, een sluitende begroting. Jij legde als het ware de basis
voor het huidige gezonde financiële klimaat
van de laatste jaren, zonder hiermee het tegenwoordige hoofd van de sector Middelen tekort te
doen. Tenslotte ben jij in deze zeker zijn leermeester geweest.
Het is al eerder gezegd, het was voor jou een bijzondere verandering om na een volgende
reorganisatie in het drie sectorenmodel, op 1 januari 1990, de functie van hoofd van de sector
Welzijn uit te oefenen. Het beleidsvoorbereidend werk in die sector was voor jou ten dele nieuw
maar vormde tegelijkertijd een uitdaging om op zeer directe wijze indringend kennis te maken met
het nogal eens als zachte sector aangeduide werkterrein.
Sinds 1991 ben je secretaris van deze gemeente als opvolger van Harrie Nuijten, die eenzelfde
functie ging bekleden in het Oost-Brabantse Deurne. Harrie Nuijten heeft in vernieuwende zin
veranderingen aangebracht is de secretarisfunctie. Hij haakte in op de veranderende positie van de
secretaris-nieuwe stijl. Een functionaris die zich meer en meer naar buiten moet richten om de
maatschappelijke veranderingen waar te nemen en te analyseren en deze vervolgens te vertalen in
een aangepaste en produktgerichte werkwijze van het gemeentelijk corps. Om deze doelstelling te
bereiken deed het instrument Management Team zijn intrede onder voorzitterschap van de
secretaris. Door het spreiden van verantwoordelijkheden in de organisatie, via afdoening van
stukken bij mandaat kregen ook de sectorhoofden, die deel uitmaken van het Management Team
nadrukkelijk meer kansen om beleid te formuleren - deels als afgeleide van wat er uit de burgerij
op de gemeentelijke overheid afkomt. Door een projectmatiger werkende gemeentelijke organisatie
4