5 ben heel tevreden. Dan denk ik, ja, hoe relevant is dat, dat je tevreden bent. Ik denk dat een politicus die zichzelf respecteert heel tevreden moet zijn als hij iets erdoor kan krijgen, in welke organisatie dan ook, op welk niveau dan ook, of dat dan plaatselijk of provinciaal of landelijk is, als dat iets is waar de bevolking ook goed mee uit de voeten kan. Nou, ik moet u zeggen dat ik ze niet ben tegengekomen. Ik heb het in Breda niet gevraagd, maar we hebben in het verleden al geconstateerd dat men zich in Breda die hele herindeling weinig aantrekt, behalve een beperkt aantal mensen in het gemeentehuis. Wat ik wel constateer, dat is in ieder geval dat in onze kerkdorpen men niet tevreden is en ik vind het totaal niet interessant dat mevrouw Van de Vondervoort heel tevreden is. Fijn voor haar, maar dan ook alleen voor haar. Ja, bij een foto van u wordt iemand anders geciteerd, een citaat van mijnheer Van Heemst, een eksteroog in een verder gezond lichaam. Ja, ik vraag me af, mevrouw de voorzitter, een aardig citaat, leuk gevonden, maar dit suggereert dat een groot lichaam ook altijd een gezond lichaam is en dat hoeft niet altijd waar te zijn en dat is wel een vooronderstelling denk ik van degene die dit citaat heeft bedacht. Dan Hoekema, en ik denk dat die er het kortste bij zit: "Red het wetsvoorstel en de staatssecretaris", maar ik zou zo graag eens van hem gehoord hebben tot welke prijs hij bereid was om dat te doen. Kennelijk was dat voor hem in ieder geval belangrijker dan een behoorlijke beslissing te nemen. Het resultaat dat we nu zien, een heel kleine groene gemeente van zo'n 9.000 inwoners, tussen twee relatief grote gemeenten, Tilburg en Breda. Ik denk dat altijd de verhouding tussen die gemeenten toch van belang zal zijn. En Baarle-Nassau dan de kans krijgt, een kans met een proeftijd van enkele jaren. Dat is dan toch wel heel verwonderlijk, als je al een jaar of vijf, zes met een procedure bezig bent, dat tijdens een pauze in de Tweede Kamer, terwijl de discussie volop aan de gang is, in een een-tweetje tussen de staatssecretaris en een van de gedeputeerden wordt besloten tot deze oplossing. Ik vind het aardig gevonden, maar ik vind het dan jammer van de tijd die we er daarvoor allemaal aan besteed hebben. Als argument voor samenvoeging komt steeds weer het woord verwevenheid naar voren. Ik vraag me af, mevrouw de voorzitter, of de verwevenheid van Bavel, Ulvenhout en Prinsenbeek met Breda, ja, of dat nou zo anders is dan de verwevenheid zeg maar die Goirle met Tilburg heeft, of Rosmalen met Den Bosch, om maar even buiten dit gebied te blijven. Ik moet u zeggen dat ik die verschillen niet zie en als er dan al een verwevenheid is, dan vraag ik me af of er geen verwevenheid is bijvoorbeeld tussen Cauwelaer en Ulvenhout, of dat Cauwelaer toch meer gericht was op Chaam, maar dat heb ik nooit kunnen ontdekken. En hoe ligt dat eigenlijk met de Leeuwerik? Ja, en dan tot slot vraag ik me toch af hoe de inwoners van Galder en Strijbeek tegen dit besluit aankijken. Inmiddels weet ik dat overigens, maar toen ik dit schreef nog niet, maar ook daar is het niet met gejuich ontvangen, om het maar zachtjes uit te drukken. Een procedure die jaren heeft geduurd op deze manier afsluiten, dat zou eigenlijk in een goede democratie, die goed functioneert en die je niet in gevaar wilt brengen, niet mogelijk moeten zijn. Tot slot een paar uitspraken van politici, die ik uit kranteberichten heb gehaald en die mogelijk wat uit hun verband zijn getrokken, maar ik zocht eigenlijk naar iets, hoe kun je dat nou samenvatten. Nou, ergens staat dan: "Ik doe aan die onzin niet mee." Dat was dan een van de mensen die later voor stemden. "Prutswerk". Zo zijn er nog een aantal te noemen, maar ik denk dat datgene wat non-verbaal af en toe door de zaal ging, dat dat nog heel wat verder ging. Ik heb gelukkig in deze raad nog niet mogen meemaken dat op voorhoofden werd gewezen, terwijl we het toch lang niet altijd met elkaar eens waren. De Tweede Kamer, kortgezegd, heeft er een potje van gemaakt. Ik wil toch even ingaan op wat de voorgaande sprekers hebben gezegd, niet te lang, want ik denk dat we het best met elkaar eens zijn, maar met name van de kant van de heer Teunissen werd toch op een gegeven moment, dat vond ik jammer, gezegd van ja, die landelijke partijen zullen het dadelijk bij de gemeenteraadsverkiezingen wel merken, want dan komt de rekening. Ik vind dat jammer. Ik denk in alle bescheidenheid dat ik mag stellen dat met name de plaatselijke mensen van die landelijke partijen, dus de vertegenwoordigers in deze raad, zich op een behoorlijke manier hebben ingespannen om de besluitvorming in andere banen te leiden. Daartoe nogal wat tijd en energie hebben geïnvesteerd. Ik vind het jammer dat die conclusie hier getrokken is. De heer Martens is daar overigens genuanceerder in, die spreekt uit dat met name de plaatselijke mensen zich daar wel degelijk voor ingespannen hebben en ik vind het toch wat ver gaan om nu als plaatselijke groeperingen uit te spreken dat dus die landelijke partijen bij de gemeenteraadsverkiezingen wel de rekening krijgen, temeer omdat ik vind dat we

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1996 | | pagina 263