of dat enig direct effect heeft op de situatie in Breda. Ten opzichte van het Kringloopbedrijf heeft
het altijd effect.
De heer GEERTS is van mening dat de burgers, in het kader van alle ontwikkelingen, onduidelijk
heden etc. met betrekking tot het fusieproces, er recht op hebben dat er binnen de kortst mogelijke
tijd duidelijkheid komt over zaken als bijstand, WVG, etc. Die duidelijkheid lijkt er maar niet te
kunnen komen.
Mevrouw VONK wijst in dat verband op de gisteravond gehouden bijeenkomst, georganiseerd
door de Vrouwenraad. Daar kon iedereen met vragen komen over de herindeling. Er wordt aan
dat soort zaken dus wel degelijk aandacht besteed.
De VOORZITTER stelt dat dat zeker het geval is. Bovendien komt er binnenkort een informatieve
krant uit.
De heer GEERTS geeft aan dat hij nog maar met de inleiding van zijn vraag bezig was. Hij stelt
een vraag met betrekking tot de mogelijke privatisering van onder andere sportcomplexen.
Regelmatig komt daar informatie over. Hij constateert dat er ten aanzien van de overeenstemming
die de gemeente heeft met VVV Bavel, een gigantische kink in de kabel aan het komen is. Hij
verzoekt het college nadrukkelijk al het mogelijke te doen om deze zaak door te laten gaan en wel
zoveel mogelijk op de weg zoals die in eerste instantie was uitgestippeld.
De VOORZITTER antwoordt heel nadrukkelijk dat het college daar volop mee bezig is. Daarbij
zal zoveel mogelijk de inslagen weg worden gevolgd. Soms zal het daarbij echter nodig zijn met
andere gemeenten, vooral de fusiegemeente Breda, samen te werken. Van de kant van dit college
wordt er echter al het mogelijke aan gedaan.
De heer GEERTS wijst erop dat in relatie tot andere gemeenten, ook betrokken bij het fusiepro
ces, er ook ontwikkelingen zijn geweest die er uiteindelijk toe hebben geleid dat de zaak
financieel-technisch afwijkt van datgene wat Breda wenste. Zijn tweede opmerking betreft de
gewenste uitbreiding van de gymnastiekzaal in Galder. Hij neemt aan dat het college op goede
gronden heeft besloten deze uitbreiding niet te honoreren. Hij vraagt de desbetreffende wethouder
daar in de eerstkomende commissie Welzijn nog wat nadere, met name inhoudelijke, argumenten
voor te geven.
De VOORZITTER zegt dat toe.
De VOORZITTER sluit de vergadering met het voorgeschreven gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad van 5 november 1996.
voorzitter.
secretaris.
12