13. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
Er zijn geen schriftelijke vragen binnengekomen.
14. INFORMATIE STADSGEWEST BREDA.
De heer ZWIJNENBURG doet kort verslag van de stadsgewestvergadering van 1 november. Ten
aanzien van de beleggingen van de overschotten van het stadsgewest worden er managementrap
portages opgesteld. De rapportage van januari tot en met april is reeds toegezonden en die van de
volgende vier maanden komt er aan. Voor wat betreft de mandaatregeling uitvoering provinciale
en preventieve handhaving, heeft de provincie een aantal taken overgeheveld naar de stadsgewes
ten. Daarover staat het een en ander in de stukken. Het vervolg kostenonderzoek gesloten
stortplaatsen slaat niet op de stortplaats Bavel, maar op een aantal kleinere stortplaatsen waar
vervolgonderzoek heeft plaatsgevonden. Er zijn 21 stortplaatsen waar dringend maatregelen
genomen moeten worden. Met betrekking tot de verevening kosten afvalverbranding 1996 licht hij
toe, dat een tijd lang het afval naar elders vervoerd is ter verbranding. Dat afval wordt minder en
daardoor eigenlijk ook duurder, omdat er nu sprake is van overcapaciteit. Voor verdere uitleg
verwijst hij naar de stukken. De voorstellen ten aanzien van het Rewin en het Reap neemt hij
gemakshalve bij elkaar. De financiële consequenties verbonden aan het jaarplan voor de volgende
jaren zijn reeds opgenomen in de stukken die naar Breda en naar Chaam zijn verzonden. Er zal dit
jaar nog één stadsgewestvergadering plaatsvinden. Tot slot deelt hij mee dat mensen die in
bepaalde stukken geïnteresseerd zijn, deze altijd bij hem kunnen verkrijgen.
De VOORZITTER dankt de heer Zwijnenburg voor zijn verslag.
15. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER deelt mede dat er van de zijde van het college geen mededelingen zijn. Wel is
er het verzoek aan de raadsleden om na het sluiten van de vergadering nog vijf minuten na te
blijven.
16. RONDVRAAG EN SLUITING.
De heer GEERTS stelt een vraag naar aanleiding van de sluiting van het jeugdhonk in Bavel. Hij
constateert dat de jeugd in Bavel momenteel geen honk meer heeft, in tegenstelling tot eerdere
verwachtingen dat er voor een tijdelijke of nieuwe lokatie gezorgd zou worden. Hierin is absoluut
niet voorzien. Volgens zijn informatie zou het bestuur van het jeugdhonk op 31 oktober per brief
zijn meegedeeld dat op 1 november het jeugdhonk leeg moest zijn. Voorzichtig uitgedrukt vindt
hij dat een slechte zaak.
Wethouder ROPS zegt dat het toch enigszins anders is gegaan. Reeds op 28 augustus 1996 heeft
het college het bestuur van het jeugdhonk uitgenodigd om het punt van sloop op of omstreeks 1
november met hen te bespreken. Ook vervangende ruimte is daarbij aan de orde gekomen. Het
bestuur van het jeugdhonk en ook het college zouden beide zoeken naar een geschikte lokatie,
maar zijn daar tot op heden niet in geslaagd. Het is dus niet zo dat het college hier niets aan
gedaan heeft. Het gesprek van 28 augustus werd overigens gearrangeerd, omdat dat een betere
contactvorm leek dan een onpersoonlijke brief. Van dat gesprek is ook een verslag gemaakt.
De heer GEERTS merkt op dat dit verslag met de brief van 31 oktober meegezonden is.