8
Wethouder ROPS zegt dat het bestuur ook deze week weer is uitgenodigd. Bij dat gesprek was
volledige overeenstemming over de gang van zaken. Het college heeft het bestuur een pluim op de
hoed gestoken voor het bijzonder positieve toekomstplan dat men gemaakt heeft. Als er straks in
het nieuwe honk zo gestart kan worden, is er geen vuiltje aan de lucht. Het is natuurlijk wel
jammer dat er tijdelijk geen jeugdhonk is. Het RSWO-gebouw biedt geen soelaas, want ook dat
gaat vóór januari plat. Aan het bestuur van het jeugdhonk is een ruimte toegewezen voor het
voorlopig opslaan van hun spullen.
De heer GEERTS heeft weinig behoefte hier nog verder op in te gaan.
De VOORZITTER was zelf aanwezig bij het gesprek met het jeugdhonkbestuur. Zij vond het een
goed gesprek. Zij betreurt de onduidelijkheid die over de materie ontstaan is. Het jeugdhonkbe
stuur heeft een prachtig plan op tafel gelegd en zij denkt mét de wethouder dat de toekomst voor
hen gewaarborgd is. Als straks het nieuwe honk betrokken is en er gewerkt wordt met dit plan,
dan wordt er niet alleen zorgvuldig met de jeugd omgegaan, maar wordt ook praktisch elke vorm
van overlast vermeden. Zij dankt het bestuur van het jeugdhonk hartelijk voor dit plan, waar zeker
de laatste tijd erg hard aan gewerkt is. De raad krijgt het plan te zijner tijd ook nog ter inzage.
De heer PLATZBEECKER vraagt of er al mededelingen te doen zijn omtrent de toegezegde
oplossing voor de biljarters op de Pekhoeve.
De VOORZITTER antwoordt dat dit punt de volledige aandacht van het college heeft. Er worden
thans weer berekeningen en tekeningen gemaakt. De volgende ABAM-vergadering kan daarover
gesproken worden.
De heer MARTENS spreekt van een lichte paniek bij sommige verenigingen in Ulvenhout naar
aanleiding van een schriftelijke aanzegging dat de door hen opgeslagen goederen vóór 1 december
uit het gebouw van Openbare Werken weg zouden moeten zijn. Hij heeft het dan onder andere
over de paardentram van Paulus van Daesdonck en ook over wat karnavalswagens. Hij hoort
graag hoe dat nu zit.
Wethouder VAN YPEREN antwoordt dat deze ruimten formeel moeten worden overgedragen aan
de gemeente Breda. In wezen dienen alle zaken die daar niet volgens contract staan te worden
verwijderd. De gemeente is derhalve verplicht de betrokken verenigingen op de hoogte te stellen
van de gang van zaken. Het college rekent er in principe op dat de verenigingen niet morgen de
deur zal worden gewezen en dat Breda het zal overnemen. Zolang de betreffende ruimte bestaat,
zullen de verenigingen die daar een bepaalde opslag doen een verzoek tot continuering moeten
richten aan de gemeente Breda. Het is overigens de vraag of het gebouw van Openbare Werken
door Breda in diezelfde functie zal worden gehandhaafd. De gemeente Nieuw-Ginneken zal in dit
geval geen dwang toepassen, maar de verenigingen dienen wel op de hoogte te zijn.
De heer MARTENS is blij met dit antwoord, maar vraagt zich af of een en ander niet op een wat
charmantere manier had kunnen gebeuren. Hij had liever gezien dat het zojuist door de wethouder
gegeven antwoord in de brief had gestaan. Hij zou het op prijs stellen als de betrokken verenigin
gen alsnog op die manier zouden worden geïnformeerd.
Wethouder VAN YPEREN zegt dat deze afspraak op zich niet nieuw is. Met de betrokken
verenigingen zijn indertijd al afspraken gemaakt, met name ten aanzien van de paardentram.
De heer MARTENS herhaalt zijn verzoek met name ten aanzien van de opgeslagen karnavalsarti-
kelen.
De heer VAN DE PUT merkt op dat het erop lijkt dat de bezetter wel erg onvriendelijk wordt.