NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE
NIEUW-GINNEKEN D.D. 10 DECEMBER 1996.
Aanwezig: de leden van de raad:
de heren C. Adriaansen, C.G.M. Geerts, A.P.M. Goos,
B.C. Martens, mevr. C.A.M. Kolen, de heren H.H.M. Platzbeecker,
G. Posthuma, C.A.J. van de Put, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen,
mevr. D.G. Vonk, de heren W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en
B. Zwijnenburg;
Afwezig met kennisgeving: de heer J.C. van der Westerlaken;
Voorzitter: A.T.J. Bax-Broeckaert;
Secretaris: J.G. Coppens.
1. OPENING EN AANWIJZING VOORSTEMMER.
De VOORZITTER opent de vergadering met het voorgeschreven gebed en heet alle aanwe
zigen hartelijk welkom. Bij loting wordt de heer Van de Put als voorstemmer aangewezen.
Zij meldt bericht van verhindering te hebben ontvangen van de heer Van der Westerlaken.
De punten 3a, 26a, 26b en 26c worden aan de agenda toegevoegd.
2. NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN 5 NOVEMBER 1996.
De heer GEERTS stelt een vraag naar aanleiding van datgene wat op bladzijde 8 staat over
het jeugdhonk Paraïso Dos. Hij vraagt hoe het staat met het plan voor een nieuw jeugdhonk.
Wethouder ROPS zegt dat in de laatste B&W-vergadering aan Openbare Werken opdracht is
gegeven zorg te dragen voor de voorbereidingen. Het benodigde bedrag is ook gevoteerd,
dus er kan snel begonnen worden.
Zonder hoofdelijke stemming worden de notulen vastgesteld.
3. INGEKOMEN STUKKEN.
De heer ZWIJNENBURG stelt bij punt f. dat de inhoud van het schrijven dat is uitgegaan
slecht aansluit bij de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Die heeft duidelijk uitgesproken dat er een vergunning is afgegeven, die niet afgegeven had
mogen worden. Degene die zich daardoor gedupeerd voelt, moet nu het initiatief nemen. Hij
is van mening dat het initiatief beter bij de gemeente had kunnen liggen.
De heer POSTHUMA wil die mening uitdrukkelijk ondersteunen. Hij denkt dat dit zo niet
kan.
Ook de heer VAN DE PUT is die mening toegedaan.
De heer GEERTS sluit zich ook aan bij de vorige sprekers. Hij heeft het idee dat de raad
regelmatig op het verkeerde been is gezet en dat er te laat informatie is verschaft. Hij
betreurt het dat deze erfenis wordt achtergelaten voor de nieuwe gemeente.
De heer MARTENS sluit zich hierbij aan.
Wethouder VAN YPEREN merkt op dat het bezwaar te maken heeft met het asfalteren of
aanleggen van bestrating op een parkeerterrein, direct grenzend aan een strook die was
bestemd voor groenvoorziening.
Er zijn volgens hem twee zaken aan de orde.