De raad. We hebben de afgelopen tijd - ik mag slechts over 3 jaar spreken - veel en goede
zaken met elkaar gedaan. Ik ben bij u geweest, ik heb een aantal zaken uit moeten leggen, ik
ben regelmatig met de billen bloot gemoeten en toch was er een constructief - goed overleg. Ik
ben de raad erg dankbaar dat wij als politie ons werk konden doen en dat u ons daarbij gehol
pen heeft. Immers, is het niet zo datje als raad kunt besluiten over faciliteiten voor ouderen.
Maar wat nu als die ouderen zich niet veilig voelen of niet veilig zijn? Openbare orde en
veiligheid is een heel belangrijk aspect. U kunt jeugdfaciliteiten allemaal gaan verzinnen en
laten uitvoeren, maar wat nu als wij onze jeugd verliezen aan criminaliteit? Weer die openbare
orde en veiligheid. U als raad, u als college heeft altijd met gezond boerenverstand, zonder
waardeoordeel, zeker niet luisterend naar de samenstelling van het begin van de raad van 55
jaar geleden, maar op basis van gezond boerenverstand zijn door u een aantal besluiten
genomen en wij als politie hebben die mogen uitvoeren. Ik ben u daar heel dankbaar voor.
Het college. Natuurlijk, burgemeester, ik sla u even over, want ik kom dadelijk bij u terug.
Maar met beide wethouders, hebben we zaken gedaan, ik ben u daar dankbaar voor. Niet
alleen 55 jaar geleden was de naam Rops een begrip, ook nu is de naam Rops een begrip en
zal dat altijd blijven. Wethouder van Yperen, ik mag u danken. Ik vind het bijster knap dat u
in een kort tijdsbestek kans heeft gezien de werkzaamheden over te nemen van onze vriend
Jack van Gils, die ik slechts kort heb leren kennen maar enorm heb leren waarderen. Burge
meester, ik heb enorm veel respect voor uw werkzaamheden en die van uw voorgangers, Peter
van der Velden en Van de Ven, maar wat mij betreft had het Jack van Gilsplein, Burgemeester
Jack van Gilsplein mogen heten.
De ambtenaren. Gemeentesecretaris, ik heb al een aantal keren de mensen genoemd waarmee
wij zaken gedaan hebben. Dat zijn meestal de mensen die beslissen. Toch zijn dat de mensen
die over het werk praten, in plaats van het werk dat ze uit moeten voeren. U, ambtenaren,
heeft op een voortreffelijke manier met ons samengewerkt, ook in dat kader van openbare
orde en veiligheid. Ik ben heel erg blij dat bijna alle ambtenaren op die plek terechtgekomen
zijn die ze verdienen. Voor een enkeling is dat helaas niet doorgegaan. Het is de verdienste
van de secretaris die op zijn minst heeft gezorgd dat de ambtenaren op hun plek gekomen zijn.
Onze dank hiervoor en nogmaals, hartstikke veel waardering. Deze drie groepen mensen,
geachte aanwezigen, zijn de mensen waar de politie heel erg veel zaken mee gedaan heeft en
met plezier. We hadden hier graag met z'n 75-en willen staan, maar dat lukt niet, dat kan niet,
toch hebben wij gemeend u iets te moeten aanbieden. Dat is ook de reden, burgemeester, dat
ik toch even het woord tot u richt. Wij hebben u in de afgelopen 55 jaar waarvan de afgelopen
3 jaar als Politie Zuid-Oost met plezier gediend, letterlijke woord 'gediend'. Om daar uiting
aan te geven, gaan wij u als college, u als burgemeester en u als gemeenteraadsleden een
cadeau aanbieden. Iets dat we niet graag vaak weggeven, alleen maar in bijzondere gevallen.
En mag ik dan een van de meest bijzondere ambtenaren in ons midden, Jan Graumans, vragen
om mij daarbij te assisteren. Ik mag dat ook doen namens het district en namens de regio. Ik
mag u een tinnen beeldje aanbieden van een diender, een vrouwelijke diender en een manne
lijke diender. Niet alleen om u te danken voor de afgelopen periode, maar ook heel nadruk
kelijk om aan te geven, en laat daar geen misverstand over bestaan, dat ondanks het feit dat
Nieuw-Ginneken ophoudt te bestaan, de openbare orde en veiligheid door hetzelfde politieteam
gegarandeerd gaat worden en dat wij u, maar nog wat veel beter is, uw inwoners blijven
dienen, zoals wij vinden dat dat zou moeten. Dank u voor het woord.
De VOORZITTER dankt de heer Fransen voor zijn zeer gewaardeerde woorden. Voorts
inventariseert zij of er nog anderen het woord willen voeren. Daar dit niet het geval is, zal
zijzelf nog graag een woordje zeggen.
4. AFSCHEIDSWOORD VAN DE VOORZITTER.
De VOORZITTER: Geachte genodigden, raadsleden en andere belangstellenden, maar vooral
de raadsleden, waar ik nu mee wil beginnen.
