De VOORZITTER heeft niet de indruk dat de emoties zo hoog zullen oplopen dat drie termijnen
noodzakelijk zijn. In het verleden is hierover al uitvoerig gesproken. Het college heeft steeds de
mening van de raad verkondigd en zij denkt niet dat die mening veel veranderd is.
De heer VAN DE PUT begrijpt de formulering van de voorzitter niet goed, als zouden de emoties
wegzakken naarmate het uur U nadert. Hij dacht dat de emoties juist hoog zouden oplaaien.
De VOORZITTER meent dat de emoties altijd al hoog en groot geweest zijn, zowel in het
verleden als in het heden. Zij ziet daar geen duidelijk verschil in.
De heer VAN DER WESTERLAKEN heeft ook eerder reeds aangegeven dat intussen kostbare
tijd verloren gaat. Naar zijn oordeel hadden we meteen in 1996 aan de slag moeten gaan. Nu
blijkt dat we pas na half mei bestuurlijk gaan participeren. Volgens ODRP heb je een voorberei
dingstijd nodig van 12 maanden. Hij refereert hierbij aan een aantal zaken die nog moeten
gebeuren en in elkaar geschoven moeten worden, zoals bijvoorbeeld subsidies, sportzaken,
onderwijsproblemen en de nieuw op te zetten organisatie. Het gaat volgens hem niet aan om
ambtelijk overleg te voeren zonder een politieke bovenlaag, in casu de colleges van B&W te laten
inventariseren. Hij heeft de indruk dat Teteringse ambtenaren een voorsprong creëren doordat ze
zich veelvuldig op het Bredase gemeentehuis laten zien. Hij is uit praktisch oogpunt voorstander
van het deelnemen aan de gesprekken, omdat het regelen en afspreken van veel zaken voor de
gemeente en het gemeentepersoneel de nodige tijd vergt. Deze opstelling is overigens niet strijdig
met het streven naar de Groene Gemeente. De fractie Leefbaarheid houdt vast aan de uitspraak
van de raad, aansluiten bij de Groene Gemeente, maar mocht straks de Kamer anders besluiten,
dan moeten de zaken wel goed geregeld zijn. In dit verband informeert hij naar de stand van
zaken ten aanzien van de gesprekken met onze partners van de Groene Gemeente.
De heer GEERTS vraagt de heer Van der Westerlaken zijn uitspraak over de voorsprong van de
Teteringse ambtenaren te verduidelijken. Hij acht dit een enigszins gevaarlijke uitspraak.
De heer VAN DER WESTERLAKEN zegt toch wat bang te zijn dat Teteringse ambtenaren, door
hun bekendheid op het Bredase gemeentehuis, bij eventuele sollicitaties een zeker voordeel zouden
kunnen hebben. Hij hoopt niet dat dat het geval zal zijn.
De heer GEERTS vindt dat die gevoelens op dit moment absoluut niet hard te maken zijn en
protesteert daar zwaar tegen.
De heer MARTENS is het duidelijk oneens met hetgeen door de heer Van der Westerlaken naar
voren is gebracht. Ten aanzien van de voorbereidingstijd zegt ODRP dat 12 maanden nodig
zouden zijn; daartegenover stelt hij dat de gemeente Nieuw-Ginneken tot op heden niet met de
handen over elkaar gezeten heeft. In deze raad is duidelijk afgesproken dat op ambtelijk niveau
aan de projectorganisatie zou worden deelgenomen. Politiek bestuurlijk ligt dat moeilijker. We
hebben hier tenslotte te maken met een referendum, dat voor onze gemeente wel degelijk meetelt.
Wetende hoe de ambtelijke deelname in de projectgroep gaat, bestrijdt hij ten zeerste dat
Teteringse ambtenaren een voorsprong zouden hebben. Hem is niet anders bekend dan dat bij
interne vacatures van de gemeente Breda naar mogelijke toekomstige partners gekeken wordt.
Daarbij zal kwaliteit prevaleren boven afkomst. De brief die het college naar aanleiding van de
G.O.-bijeenkomst van 13 december heeft geschreven, verwoordt zijns inziens haarfijn wat deze
raad bedoeld heeft met het besluit om nog even te wachten voordat bestuurlijk met Breda zal
worden onderhandeld. Thans wordt voorgesteld kennis te nemen van de afrondende procedure en
in te stemmen om vanaf half mei 1996 aan het projectcollege deel te nemen. Duidelijkheidshalve
merkt hij op dat de termijn van half mei kennelijk gekoppeld is aan de besluitvorming van de
Tweede Kamer. Hij gaat ervan uit dat, wanneer die besluitvorming later zou plaatsvinden, ook de
deelname aan het projectcollege zal worden opgeschoven.
3