De bedoelde clausule luidtAllereerst werd de door de
n heeren van den Hurk en Sprenger ingediende schaal bespro-
w ken; de ontijdige indiening werd door de meerderheid der
commissie betreurd. Voor de hieuwgekosen leden zal deze
passage in het rapport wellicht duister zijn; zij kan echter
als volgt worden verklaard. Zooals hiervoor reeds werd mede
gedeeld, werd in de vergadering van 11 November 1936 eene
commissie benoemd tot herziening van de belastingen, waarvan
de heer Sprenger }.id was. Wijl het vrij geruimen tijd dfcurde,
eer de commissie verslag uitbracht, meenden de heeren Spren
ger en Van den Hurk goed te doen, voordat het rapport der
commissie was verschenen, een voorstel te doen tot wijziging
van de progressieschaal vooi de jk© i-«vomafa
ting. Verschil van meening ontstond over d^Vraag of het voor
stel tot wijziging der schaal - aangezien eene commissie tot
het nagaan der belastingen was benoemd - al dan niet ontijdig
was geschied, hetgeen tot uiting komt in de hiervoor aange
haalde clausule. Wij geven deze uiteenzetting alleen ter ver
klaring, niet echter om de bespreking daarover te heropenen,
wijl daar geen praktisch nut aan kan vastzitten.
Ook betuigen wij gaarne, alvorens het rapport te behan
delen, eerst dank aan de commissie voor hare bemoeiingen.
Wij kunnen ons niet geheel met de voorstellen van de
commissie vereenigen, ook niet na het onderhoud met de com-
midaie op 14 October j.1.
Wij achten het t meest gewenscht het rapport der com
missie op den voet te volgen en de verschillende belastingen
te behandelen in de orde als door de commissie is geschied
en derhalve als volgt:
Opcenten op de rijksbelastingen.
Wij kunnen ons vereenigen met het eenparig-oordeel van
de commissie, dat het niet wenschelijk is thans wijziging te
brengen in de heffing van opcenten op de grondbelasting en
de personeels belasting.
In deze gemeente worden geheven 40 opcenten op de
gebouwde en 10 opoenten op de ongebouwde eigendommen, het
maximum, dat laatstelijk voor het totstandkomen der wet van
30 December 18-90 Stbl» 933 mocht worden geheven.