Wanneer de Raad zich in beginsel met d&t voorstel
kan vereenigen, zal in een volgende vergadering een
ontwerp-verordening worden voorgelegd» De gewijzigde ver
ordening sou dan in werking kunnen treden op 1 Sanuari a.s.
Wegenbelasting»
Naar aanleiding van een vraag van den heer Laurey
werd door ons aangaande de wegenbelasting de belasting
bedoeld in artikel 343 c der Gemeentewet reeds onze mee
ning &énbaar gemaakt bij ons antwoord d.d. 34 September
1936 op bedoelde vraag. Dit antwoord is door ons aan den
Raad overgelegd. Het betrof toen meer een algemeene be
schouwing over alle belastingen, welke krachtens genoemd
artikel kunnen worden geheven. Wij blijven onze dastijd«
gedane mededeeling handhaven; wij zijn irttusachea nog niet
van inzicht veranderd en achten nog geene omstandigheden
aanwezig om op grond van artikel 343 o der Gemeentewet
eenige belasting te heffen.
Met genoegen hebben wij uit het rapport der commissie
vernomen, dat ook zij geen algemeene toepassing van genoemd
artikel gewenscht achtpast De commissie zou alleen eene be
lasting willen heffen van diegenen, die het voordeel hebben
van straatverlichting, rio^eering en trottoirs. Zij wil
daarvoor als billijke bijdrage heffen 50 van de kosten.
De belasting sou dan, naar de tegenwoordige omstandigheden
berekend, opbrengen: 3S00.- voor straatverlichting; 1100,
voor rioleering en 500.- voor tegeltrottoirs. De commis
sie is voorts van meening, dat belastingplichtig zouden
moeten zijn de eigenaars en niet de huurders. Verder wil
de commissie breken met het systeem, dat de grond, noodig
voor verbreeding van wegen, kosteloos wordt afgestaan.
Tegen de cijfers, welke hiervoor zijn genoemd, hebben wij
geen bezwaar en evenmin tegen de meening van de dommiseie,
die 50 der kosten eene 11 billijke bijdrage acht. Wij
deelen ook de meening van de commissie, dat, mocht de be
lasting worden ingevoerd, de eigenaars belastingplichtig
zouden moeten zijn. Wi'j houden er ons niettemin van over
tuigd, dat de lasten, zij het al niet onmiddellijk dan towh
mettertii d