H *-~r 5
Aan
den Gemeenteraad.
In de raadsvergadering van 5 November j.l. is aan de Com
missie, op 11 November 1926 benoemd ten einde na te gaan
of de bestaande belastingen veer deze gemeente dienen te
worden gewijzigd en of nieuwe behooren ingevoerd en, zoo
ja, welke, en die bestond uit ondergeteekenden, verzocht
hare taak voort te zetten door het ontwerpen van een ta -
rief voor de plaatselijke inkomstenbelasting. Aan de com
missie werden ter assistentie toegevoegd de gemeente-secre
taris en de gemeente-ontvanger
De commissie heeft in hare bijeenkomst op 6 December 1927
het punt in behandeling genomen. Leidraad bij de besprekin
gen was een staat, welke hierbij wordt overgelegd.
Op bedoelden staat komen in kolom 1 voor een aantal be -
lastbare inkomens en wel van de hoogste tot de laagste in
deze gemeente in het belastingjaar 1926/1927.
In de kolomen 2 tot en met 7 komen voor de bedragen,welke
volgens verschillende tarieven of methoden zouden moeten
worden betaald van de inkomens, genoemd in kolom I. tot het
verkrijgen van een totale opbrengst der belasting van
138.000.- en toegepast op de belastbare inkomens in deze
gemeente in het belastingjaar 1926/1927.
In kolom 8 zijn vermeld de bedragen, welke door de bezit
ters van de verschillende belastbare inkomens zouden moeten
worden betaald, wanneer 100 opcenten op de rijksinkomsten -
belasting zouden worden geheven. De commissie was eenstem -
mig van oordeel, dat van het heffen van 100 opcenten moest
worden afgezien, omdat de opbrengst niet voldoende zou weze1-
De geheele opbrengst der rijksinkomstenbelasting was in het
belastingjaar 1926/1927 niet meer dan 125.775.84, waarin
dan nog was begrepen de opbrengst van de Earonielaan en
Bleekstraat, welke straten thans bij Breda zijn gevoegd.
Het genoemde bedrag van f 125.775.84 zou dus nog met een
vrij aanzienlijk bedrag moeten worden verminderd, zoodat
met het heffen van 100 opcenten op die belasting het in 1928
voor deze gemeente benoodigde bedrag lang niet zou worden
verkregen.
De cijfers in kolom 2 duiden aan de opbrengst bij toepas
sing van het tarief, indertijd voorgesteld door de heeren
Sprenger en van den Hurk en wanneer overigens de thans gel
dende verordening wordt toegepast. Dit tarief is destijds
reeds in den Raad behandeld en is in de vergadering van 5
November j.l. wederom besproken. De Raad heeft zich niet met
het tarief kunnen vereenigen, zoodat dit in de commissie
geen onderwerp van bespreking behoefde uit te maken. De cij
fers zijn alleen op den staat vermeld ter vergelijking.
De cijfers in kolom 3 zijn eveneens slechts vermeld ter
vergelijking, omdat die aanduiden de te betalen belasting
bij het bestaande tarief en volgens de geldende verordening.
Aangezien bij deze methode de lagere inkomens naar het oor -
deel van den R^ad te zwaar worden belast, werd wijziging var
den belastingdruk noodig geoordeeld.
Kolom 4 vermeldt de verschuldigde bedragen, wanneer het
geldende tarief zou worden uitgebuit. Het maximum der toe
nemingen is volgens het bestaande tarief 4 dit percentage
wordt bereikt bij een belastbaar inkomen van 9400.- Op
grond van art243e der Gemeentewet kan het maximum der toe
nemingen van het geldende tarief worden gebracht op 4.3
dit percentage zou dan volgens de uitgevoerde berekening
en toepassing worden bereikt bij een belastbaar inkomen van
10.000.- Wijl door deze methode de lagere inkomens slech-U
weinig zouden worden ontlast, was de commissie ook algemeen
van oordeel, dat die methode behoorde te worden afgewezen.
Na de behandeling van de verschillende kolommen bleven
nog ter vergelijking over de kolommen 5,6 en 7-. Eij de be
spreking daarvan bleek van verschil van gevoelen onder de
leden der commissie.