h
I O -v. cPjL*JJj J-e 9-«-»~Sjy f? Ij
Prae-advies naar aanleiding van punt .12 der agenda:
"Verslag van de Belastingcommissie betreffende het tarief der
plaat s e 1-i j ke inkoms t enb e 1 as t ing
Aan
den Gemeenteraad.
Door de Belastingcommissie, in de raadsvergadering, van 5 November
jl.aangewezen tot het bestudeeren van de plaatselijke inkomstenbe
lasting is een rapport uitgebracht.
Het rapport is hierbij gevoegd.
Het rapport geeft blijk van het'gevoelen van een meerderheid en
van eene minderheid.
De meerderheid stelt voor het bestaande tarief te handhaven,doefc
den aftrek voor noodzakelijk levensonderhoud,welke nu ƒ.500 en ƒ.70
bedraagt,.te verhoogen tot f.600 en 800.-.Daarentegen zou dan naar
het oordeel der commissie in de verordening eene zoodanige wijzigir.
behooren te worden gebracht,dat zij,wier inkomen het. bedrag,dat voc
noodzakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken,ii^et ƒ.100 of minder
overtreft,in de belasting wordt ÖMé aangeslagen naar een belast
baarinkomen van ƒ.100,Door deze bepaling in de verordening op te
nemen zouden dezelfde belastingplichtigen van thans worden aange
slagen.
Wij kunnen ons met het voorstel der Commissie vereenigen.De door
de commissie overgelegde staat doet zien,dat dan een billijke be
lastingdruk wordt verkregen.De lagere inkomens worden ontlast,ter
wijl daarentegen, eene geleidelijke verzwaring van druk aan de hoo-
gere inkomens wordt opgelegd.Liever zouden wij zien,dat de bepaling,
waarbij voor de laagste inkomens de afronding naar beneden plaats
heeft,zou vervallen. Wij vreezen echter', dat'daartegen bezwaar zal
worden gemaakt en dat de goedkeuring van de verordening in gevaar
zou worden gebracht.
Den gedachtengang van de minderheid der commissie,den heer
Sprenger,kunnen wij niet volgen.De schalen in de kolommen 3;4 en 5
van den door de Commissie overgelegden staat zijn voor hem bijna
even onaannemelijk.Hierbij dient te worden opgemerkt,dat de schalen
welke hebben gediend bij de berekening van de opbrengst in de ko
lommen 3 en 5,volmaakt dezelfde zijn;de schaal van kolom 4 wijkt
een weinig af van die der beide andere kolommen.
Hieruit blijkt duidelijk,dat niet'de tarieven alleen en zelfs
niet in hoofdzaak,den belastingdruk bepalen,doch dat die van andere
factoren afhankelijk is.De aftrek voor levensonderhoud en de kin
deraftrek zijn eveneens van 'invloed op den belastingdruk.Ook maakt
het een groot onderscheid op welke inkomens een bepaald tarief
wordt toegepast.De heer Sprenger wél het tarief in de kolom 7,zoo
als het daar is toegepast,aanvaarden,doch hij geeft de vookeur aan
het tarief van kolom 6,zooals het daar is toegepast, an het slot
van zijn betoog verklaart de heer Sprenger echteraal,indien de
Raad in beginsel besluit tot verhooging van het bedrag,dat voor
noodzakelijk levensonderhoud wordt afgetrokken,op dien nieuwen ba
sis de verschillende schalen moeten worden vergelegen.Wij begrij
pen echter niet,waarvoor dat in zijn gedachtengang noodig kan zijn.
Indien de heer Sprenger den belastingdruk,welke is verkregen door
de methoden,welke voor de kolommen 6 en 7 zijn toegepast,als juist
erkend,kan hij toch bezwaarlijk een stelsel aanvaarden,dat weer een
geheel anderen belastingdruty'te weeg brengt.Het is ongetwijfeld zeker
dat,wanneer de tarieven,welke voor de berekeningen in de kolommen êc
6 en 7 hebben gegolden,worden toegepast met een aftrek van ƒ.600 er.
ƒ,800,ook daar eene geheele verschuiving van den belastingdruk zal
plaats hebben.Onjuist is de opvatting,waarvan het betoog van
den heer Sprenger blijk geeft,d&&h. bij een hoogeren aftrek van
ƒ.100 de aanslagen eenvoudig worden verschoven en dat de aanslag
van iemand met een belastbaarinkomen van ƒ.500 dan worat opgebracht
door iemand met een &&&MM belastbaar inkomen van ƒ.600.-Er moet
bij die gewijzigde methode eene algeheels omwerking van de tabel
plaats hebben.Iemand met een belastbaar inkomen van ƒ.500 betaald
bij de bestaande methode en met de berekening naar een tatale op
brengst van ƒ.138000- een bedrag van 14,42iemand met een inko
men van ƒ.600 betaald,wanneer de aftrek met 7.100 wordt verhoogd,
niet ƒ.14.42 doch 15.26.Wanneer de heer Sprenger den belasting
druk, zooals die wordt opgelegd bij de kolommen 6 en 7,juist acht,
moet hij tegen iederen anderen belastingdruk bezwaar maken.