Met betrekking tót het middelbaar,het hoogor en het ny-
verheidso'nderwys zou hot lid gaarne de vraag stellen of deze
uitgaven zich bewegen l^ngs de lyn van de op de gemeente rus
tende wettelyke verplichtingen»
Een algemeono verhocging der salarissen van ambtenaren
en werklieden achtte het bedoelde lid ook uit een oogpunt
van de positie in de aangrenzende gemeente met gelyko levens-
kosten gewettigd»
Do meerderheid d.er Commissie meende,dat de positie der
ambtenaren en werklieden reeds gunstig by die in het parti
culier bedryf afsteken»
Hiertegenover is aangevoerd,dat blykens het toestaan der
verhoogingen van het salaris van den Burgemeester en den Be-'
crstaris,alsmede van de vergoeding voor do wethouders de
meerderheid van den Raad toch niet tegenover vorhoogingen
ter verbetering dor levenspositie staat
Gelyk reeds by de afzonderlvke bedryfsbegrootingon is op
gemerkt,is het lid,hier a~n het woord,van oordeel,dat de win
sten uit elsctriciteits- en waterbedryf bv den tegenwoordi-
gen stand der reserveoring en afschrvving de verbruikers in
den vorm van tariefsverlaging ton goede moet komen.
Voorts moet hy zich voorbehouden speciaal bv hoofdstuk
IX voorstellen tot verhooging dor uitgaven-posten te overwe
gen, zooals hv ook zyn bezwaren tegen sommige subsidiepesten
handhaaft
Tenslotte wenscht het bedoelde lid de vraag te stellen
cf B.en W. er niet toe zouden kunnen overgasn de op 15 Juni
1822 afgesloten 2§ rf/ leening, waarop blykbaar niet meer wordt
afgelost af te doen door onderhandeling met de schuldeischer
aangezien toch verwacht mag worden,dat by een zoo oude lee
ning een voordeolige transactie te maken is en in ieder geva
een reeds meer dan een eeuw betaalde rente van 2g een be
langryker bedrag vertegenwoordigt dan bv het afsluiten van
leeningen in dozen tyd gobruikelvk is.
De Commissie,
getAJRops
W.Drop.
Ginneken, 1? November 1927. H.J.van Gestel.