fvj
6
Prae-advies naar aanleiding- van het verzoek van landbouwers
;ot wijziging van de algemene-politie-verordening.
Aan
den GEMEENTERAAD.
Door een zevental landbouwers is een verzoek ingediend om in de al-
;smeene politieverordening eene bepaling op te namen,waarbij eigenaars,
ijurders of gebruikers van weilanden, gelegen langs waterleidingen,wel-
::e op den leggen voorkomen,worden verplicht die waterleidingen met pikfèi'
reldraad of op andere wijze af te rasteren.
De bedoeling is,dat maatregelen worden getroffen waardoor het vee,
lat in de wei loopt,wordt verhinderd in de waterleidingen te loopen.
Door dat loopen in de waterleidingen wordt het talud van de waterlei
dingen beschadigd en de waterafvoer belemmerd.
Het ligt voor de hand,dat de beoogde regeling zeker nuttig zou zijn;
beter ware het echter wanneer belanghebbenden daartoe zalf zouden over
aan.Wij achten het bezwaarlijk een dergelijke verplichting bij veror
dening op te leggen.
Kracht®ns
art.37 litt.i van het Reglement op de waterleidingen in
Noord Brabant(PrcvElad 1906 no.29)is het verboden vee in of door wa
terleidingen te laten loopen of buiten noodzakelijkheid daardoor „vetf
vee te drijven of met voertuigen te rijden.
Onder waterleidingen werden daar verstaan alle openbare rivieren,
kanalen,beken,afvoer-en afwateringsslooten en andere waterfopen.Daar
onder kunnen ook vallen waterleidingen,welke niet op den legger van
eene gemeente of een waterschap voopkomen.Degenen dus,die hun vee in
waterleidingen laten loopen,kunnen verbaliseerd worden.
wanneer toesicht wordt uitgeoefend op de naleving van bedoelde bepa-
'ing en vooral wanneer de landbouwers zelf zouden willen medewerken,in
•ie gevraagde bepaling in de polit ie-verordening overbodig.
Het komt ons voor dat art.150 van de Gemeentewet het maken van de
«i onderwerp
-riangde regeling m den weg staat nu omtrent dat SMBSISSZ bij pro
vinciaal reglement voorschriften zijn gegeven.
Ginne&en,l Februari 1927.
Burgemeester en Wethouders van Ginneken en pavel.
De Secretaris,
'U*Vv'- i?t K/2
V