Het vereischte bedrag behoort dan nadien door den Raad nog qp de begrooting te worden gebrachtdoch die handeling draagt dan meer een formeel karakter. De Raad zal dus behcoren te beslissen op welke wijze door fteirl medewerking zal worden verleend. Tegen het aanbieden van de lokalen aan de Prinses Juliana- straat bestaat oibezwaar .Dit is ook het gevoelen van den In specteur blijkens zijn schriftelijk,aan den Raad overgelegd rapportOverigens is ons uit de besprekingen in de vorige raads vergadering gebleken,dat ook meerdere raadsleden daar niet voor voelen Aan den Raad blijft dus weinig anders over dan het aanbieden, van gelden.Eene voorafgaande onderhandeling over de hoegrootheid van het bedrag is echter niet overeenkomstig de wet.Zooals hier voor reeds werd medegedeeld,hebben die onderhandelingen, ingevol ge art. 77 vijfde en zesde lid der wet, eerst plaats,nadat de raac heeft besloten gelden beschikbaar te stellen.Wanneer de voorge stelde motie mocht worden aangenomen,waardoor tot voorafgaande .onderhandeling zou worden besloten,zou het besluit van den Raad van wettelijk standpunt- bezien ongetwijfeld aanvechtbaar zijn. Overigens zouden dergelijke onderhandelingen,aangenomen dat die zouden plaats hebben,toch volkomen vruchteloos zijn,wijl de Raad zijne beslissing niet "daarnaar zou kunaan richten. Wij duchten,dat uit aanneming van de motie de gevolgtrekking zou kunnen worden gemaakt,dat de Raad zijne medewerking weigert. Dit zou groote bezwaren met zich kunnen brengenIndien de Raad weigert zijne medewerking te verleenen,zou het schoolbestuur krachtens art.76,lid 2 der L.O.wet beroep kunnen instellen bij Gedeputeerde Staten of zou op grond van de artikelen 136 en 127 van de Gemeentewet eene beslissing kunnen worden verkregen.In M beide gevallen doet art.212 van de Gemeentewet het middel aan de hand om bij eventueele. weigering door den Raad de noodige gelden op de begrooting te brengen.Op de begrooting voor 1927 komen bedragen, voor tot dekking van uit gaven, welke niet door de wet aan de gemeente zijn opgelegd o.m.een bedrag van 46.000, voor verbetering van de wilhelminastra=st .Die bedragen zouden door Gedeputeerde Staten voor den bouw der school kunnen wor den bestemd. Wij moeten hierbij nog mededeelen,datwellicht naar aanlei ding van een door het schoolbestuur tot den heer Commissaris der Koningin& in deze provincie geri'chljfaerzoek,deze heeft ver zocht met de beslissing van den Raad in kennis te worden ge ste ld, terwijl door hem uittreksels zijn gevraagd uit de notulen van de vergaderingen van den Raad,voor zoover het de behande ling van dit punt betreft;de notulen van de vorige vergadering zijn hem bereids t@®ge zonden. In de vorige vergadering is tót uiting gekomen,dat meerdere leden van den Raad de keuze van. het terrein aan de Chassestra^t niet gewenncht acht en.Die meening wordt door ons gedeeld. Wij zijn,daarom Voornemens op grond van art.77 lid 6 der wet tegen de keuze van het terrein bezwaar te maken.Het ligt echter voor de hand,dat dit niet met fboed gevolg- zal kunnen geschieden, wanneer niet een ander geschikt terrein wordt aangeboden.De ge meente heeft daarvoor naar onze meening een geschikt terrein ter beschikking en wel tusschen de van der Eochlaan en de'Gedempte Marktstraat ten noorden van de Ley. Door ons is daaromtrent 'overleg gepleegd met den'heer Ir.W.F. C.Schaap,den ontwerper van het uitbreidingsplan.Deze heeft ter plaatse een onderzoek ingesteld.Wanneer een gedeelte van de Ley wordt vergraven en ten Hoorden langs de Ley een verbindingsweg wordt gelegd van de Van* der Ecrchlaan naar de Gedempte-Markstraa4 zou dit eene verbetering beteekenen van de bouwterreinen. Door de vergraving van de Ley zouden de kavels'beter kunnen worden geprojecteerd,feerwijl een verbindingsweg zeker aan de terreinpen zou ten goede komen.Aan den aan te leggen weg zou dan de school kunnen worden gebouwd.Op eene door den heer Ir. Schaap vervaardigde en aan den Raad overgelegde schetste'ekening is een en ander aangegeven. Voor de te stichten school met speelplaats zou dan een ter rein beschikbar kunnen worden gesteld te-r breedte van 30 M.en ter lengte van 45 M.,alzoo met eene oppervlakte van 1350 M2. Dit terrein zou dus ruim voldcer.de zijn.De school zal moeten worden ingericht voor 120 leerlingen overeenkomstig de verkla ring,welke door het schoolbestuur bij zijn verzoek dd.24 Octo ber 1921 is overgelegd,welke verklaring nog steeds maatgevend i'

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 3